Beeldende vorming Basisschool

 

Bij het maken van deze les is een flinke greep gedaan uit allerlei beeldmateriaal afkomstig van het internet. Het doel was om de leerlingen enig inzicht te geven in het werken met kleuren.

Als lesmateriaal gebruikte ik een geplastificeerd A4-tje met allerlei voorbeelden. Hierop staat ook een zestal cirkels met daarin getallen. Deze test wordt gebruikt bij het opsporen van kleurenblindheid en hoewel ik dat woord niet gebruikte, vertelde ik de kinderen dat er mensen zijn die in die cirkels een getal kunnen zien. Tijdens de eerste les bleek er een leerling te zijn die deze getallen helemaal niet kon ontdekken en hem heb ik wat meer aandacht gegeven bij de praktische oefeningen.

We begonnen met een zwart-wit foto gedrukt op krantenpapier -het raster is daarop zo lekker grof- en deze werd met een eenvoudig loepje goed bekeken. Eerst stelde ik de vraag: ‘hoeveel ‘kleuren’ zwart en grijze inkt heeft de krantendrukker gebruikt bij het drukken van de zwart-wit foto? De antwoorden varieerden van drie tot veertien. Nadat de foto vergroot bekeken was, kregen de leerlingen door dat er maar één kleur zwart was gebruikt en dat de afstand tussen de puntjes (het raster) en de grootte van de puntjes bepalend is voor onze beleving van de verschillende grijzen.

Ook werd met een loepje een door de leerlingen meegebrachte kleurenafbeelding uit een krant geanalyseerd. Die bleek uit vier verschillende inktkleuren te zijn opgebouwd, weer door middel van  puntjes. Nu kwam er een nieuw woord om de hoek kijken: ‘magenta’ voor de kleur die lijkt op rood. Met magenta, geel, blauw en zwart blijk je met hulp van de puntjestechniek alle kleuren te kunnen  maken. Er was één leerling die wist dat voor drukwerk gewoonlijk vier kleuren gebruikt worden, zijn vader bleek zeefdrukker.

Allemaal kleurtjes

•vanaf groep 5

vaderdag.html

toepassing

Lesmateriaal

Deze en andere lessen kun je als pdf downloaden