Lenette van Dongen
Lenette van Dongen
Commentaar op de recensie:
Ik ben het met deze schrijver eens. Behalve “Ze gebruikt het directe contact met de zaal als bruggetjes voor haar eigen wederwaardigheden als bijna vijftiger, maar Van Dongen heeft dat in Nikè niet nodig.” . Het contact met de zaal is juist heel leuk voor het publiek. Misschien is ze goed genoeg om het zonder het zogenaamde ‘bruggetje’ te kunnen. Ik heb geen idee hoe het dan zal zijn. Ik vind in ieder geval dat juist dat contact met de zaal de sfeer vergroot. In het begin zegt ze ook “Hoe eerlijker je bent, hoe leuker het wordt”. Volgens mij heeft ze daar groot gelijk in. Als de zaal er niet bij betrokken is, is het toch wat afstandelijker en dat vind ik jammer. Als je de kans krijgt contact op te bouwen met het publiek is dat voor het publiek juist leuk.
Mijn mening:
Ik vond haar goed. Vooral doordat ze zich aanpaste naar het publiek dat ze in de zaal had. Ze voert geen onpersoonlijk stuk op. Ze vraagt de mening aan het publiek. Wat voor mij vooral belangrijk was was dat ze op de hoogte was van het aantal dertigminners in de zaal. Sommige dingen legde ze uit zodat iedereen haar kon volgen. Dat was voor mij wel handig. Ze praat aan een stuk door en je moet best geconcentreerd luisteren als je alles wilt volgen. Op het moment dat je iets niet begrijpt wordt het moeilijker om het te blijven volgen, dus vond ik het fijn dat er af en toe dingen werden uitgelegd. Ik heb er erg van genoten.
Laura Rexwinkel
ROTTERDAM - Ze heeft nog steeds een soepele geest en een lenig lijf, maar Lenette van Dongen staat op de drempel van haar vijftigste verjaardag.
Derhalve wipt ze haar gilette boven haar strakke spijkerbroek omhoog en toont ze haar buikje van licht lillend vlees.
In de voorstelling Nikè, vernoemd naar de Griekse godin van de overwinning, maakt de cabaretière schoon schip. Ik ga vanavond erg mijn best doen tegen te vallen, juicht ze, nadat ze eerst op de harde rock van Queen door de zaal beent.
Na haar vorige show Rafels, een liedjesprogramma omdat conferences na de moord op Theo van Gogh niet uit haar pen wilden vloeien, breekt ze met haar imago van De engel met de witte veertjes die het mensen alleen naar de zin wil maken.
Met veel humor en zelfspot smeedt Van Dongen een band met het publiek, al komt die interactie soms wat geforceerd over. Ze gebruikt het directe contact met de zaal als bruggetjes voor haar eigen wederwaardigheden als bijna vijftiger, maar Van Dongen heeft dat in Nikè niet nodig. Want er staat een sterke, onafhankelijke vrouw die zich met stuitend mooi optimisme tegen het mentale en fysieke verval keert. Ik ben geen poedeltje, maar een bouvier!
Vooral als Lenette van Dongen losgaat en losslaat in in haar strijd tegen de grote en kleine ongemakken van de ouderdom is ze briljant. Ze gaat in de slag met modieuze hobbys als schaamlipcorrecties, borstvergrotingen, kinky seks en is onovertroffen als ze zich in een saunaparadijs beweegt. Dan zijn haar lichaam, mimiek en vertelkunst welhaast perfect in balans.
Tussendoor ruimt ze haar kelder op, alle shit die je nodig hebt omdat je anders bang bent dat je niet bestaat. De dood van haar vader, haar verlangen naar mijn nooit-kind - Van Dongen wil, nee móet verder. Uiteindelijk zingt ze één liedje, het gevoelige Roze Sneeuw van Angela Groothuizen, waarmee ze de energieke voorstelling intiem afsluit. En in plaats terug te kijken als godin der wrake Nemesis, een zeur-op-leeftijd, is Lenette van Dongen na anderhalf de godin van de overwinning. Een overtuigende zege.
Lenette van Dongen - Nikè - Gezien 1-11, Oude Luxor, Rotterdam.
Recensie