In de regio zijn er diverse internationale festivals op het gebied van kamermuziek, kleine ensembles dus. In Forcalquier een week met concerten waar een hedendaags componist de artist in residence is en een groep zeer gerenommeerde musici rond de familie Queyras – met als topman de internationaal bekende cellist Jean-Quihen Queyras een hoogstaand programma presenteert, soms rechtstreeks uitgezonden op Radio France.
Verder kennen we het drie weken durende Festival International de Quatuor à Cordes du Luberon, het festival oude vocale muziek in Simiane, het Internationaal Pianofestival van La Roque-d’Anthéron enz. En dan de stroom aan losse zomerconcertjes, eigenlijk overal. Het jaarlijkse jazzfestival in Apt is helaas twee jaar geleden aan wanbeleid ten onder gegaan.
En op het gebied van de populaire muziek zit ik op onze stek helemaal goed. In het Café du Cours in Reillanne, het buurdorp waar wij op uitkijken, is alle vrijdagavonden live muziek, het hele jaar door. Jazz, blues, rock, reggae, Afrikaans, wereldmuziek, noem maar op. Maar er springt wel een opvallende voorkeur uit: alle bands die maar enigszins beïnvloed zijn door zigeunermuziek, maken hier heel veel enthousiasme los. Dus is de jazz vaak jazz manouche, de muziek in de swingstijl van gitarist Django Reinhardt, vier accenten in de maat. Maar nog populairder zijn de fanfares, bands met blazers trompet, trombone, saxofoon, elektrische gitaar, basgitaar of nog beter een tuba/sousafoon en percussie. Geen piano, geen drumstel, want je moet er mee de hort op kunnen. De meeste van die bands zijn gespecialiseerd in Balkanmuziek met beukende ritmes, in die lekker manke, onregelmatige maatsoorten en vaak virtuoze jazzy solo’s.
Harrie de Valk, allengs aangemoedigd en bijgestaan door een ruimhartige toevloed van inzendingen van talrijke voormalige klasgenoten, en de snel groeiende, veelzijdige inbreng van drie mederedacteuren Hennie Bouwhuis, Frits Le Roux, en Ton Boogmans. Zij slaan nog steeds de handen ineen om van Hilversum 3 een blad te maken dat de moeite van het lezen waard is.
Wat we thuis doen, ontsnapt aan ieders blik. Echter, het lezen van Hilversum 3 op onze website wordt wél anoniem geregistreerd door het Bureau Anstat. Ik deed er afgelopen janu-ari verslag van. En ook voor onze website geldt dat het initiatief van een enkeling - in dit geval van Frits, op instigatie van mezelf - in brede kring wordt gewaardeerd en ondersteund.
UITZONDERLIJKOns clubblad Hilversum 3 bleek een initiatief dat het mogelijk maakte om een breed scala aan persoonlijke en maatschappelijke ontwikkelingen, belevenissen, opvattingen en herin-neringen van onze Ludger lichting te berde te brengen. Dat dit juist gebeurde door afge-studeerden van een Kweekschool c.q. Pedagogische Academie is op zich al heel opmerke-lijk en uitzonderlijk. Die beroepsgroep is immers niet zo ‘schrijverig’ in ons kikkerlandje. Integendeel. Mijn intensieve speurtocht op internet, bij het Ministerie, bij Onderwijsbladen en in Journalistieke kringen leverde geen enkel resultaat op dat te vergelijken is met ons alumni-blad Hilversum 3 en de eraan gekoppelde website Postvakh3.nl
Ook lijken oud-studenten van Kweekscholen zich in ons land nooit georganiseerd te hebben in de vorm van een alumni vereniging. De opleidingen deden daartoe zelf óók geen poging. Dat gold eveneens voor onze eigen St. Ludgerus! Dat wijkt in negatieve zin af van wat we in de onderwijssector van diverse ons omringende landen bespeuren.
Bij die buitenlandse collega’s en ook bin-nen Nederlandse, academische kring blijkt dat juist alumni verenigingen talrijke voordelen bewerkstelligen: Voor de Opleidingsinstituten is het een effectieve manier om in nauw contact te blijven met het werkveld. En voor de alum-ni zelf is het een ideale mogelijkheid om (werk)ervaringen te delen, elkaar beroepsmatig en anderszins terzijde te staan, invloed uit te oefenen op (onderwijs) beleidsmakers, een sterke beroeps-identiteit en beroepstrots te ontwikkelen, hobby’s te delen, en elkaar op persoonlijk en relationeel vlak terzijde te staan. Zulke beroepsmatige en communicatieve zaken kwamen in Hilversum 3 maar sporadisch ter sprake. Wie weet waarom dat zo is, mag het zeggen…
WEL WAT PERSOONLIJKE CONTACTEN In diverse bijdragen aan H3 en Postvakh3 blijkt - nagenoeg altijd terloops - dat sommige voormalige klasgenoten elkaar nog steeds persoonlijk kennen en elkaar soms ontmoeten. Maar voor het overgrote deel hing en hangt onze Ludger lichting als los zand aan elkaar en zijn voormalige klasgenoten nagenoeg onzichtbaar voor elkaar gebleven. Daar kwam enige verandering in toen we hernieuwd kennis maken konden tijdens het Feest van Herkenning op 12 september 2009: de reünie van onze Ludger jaargang die tot stand kwam door en op initiatief van Cees Wessels en Harrie de Valk. Daarna volgden er meer van die persoonlijke ontmoetingen…. En Ludje - het fictieve, virtuele Minibroertje van de Heilige Ludgerus (tevens mijn alter ego) - deed er ironisch verslag van in de nummers 15 t/m 18 van ons Clubblad Hilversum 3. MIJLPAAL EN PERSPECTIEFOnze nu jubilerende periodiek ging sinds september 2010 onverdroten voort te fungeren als het belangrijkste communicatiekanaal binnen de leden van onze niet-als-club-georganiseer-de Ludger jaargang 1962-1967. En deze 25e Editie markeert een heel bijzonder moment. Immers, eindredacteur Harrie is er in geslaagd om ook de andere Ludger lichtingen uit de Jaren 60 aan het lezers- en auteursbestand toe te voegen. De voorliggende 25e editie is dus óók een Mijlpaal binnen voormalig Ludgeriaans Kweekschoolland! En dat die ‘oude’ Ludger studenten in hoge mate geïnteresseerd zijn in ons wel en wee, blijkt overduidelijk uit de plot-selinge, enorme toename van het aantal bezoekers aan onze toch al druk bezochte website. De Bijlage van H3-editie 24 deed er al verslag van. In juni bleek opnieuw dat hun interesse tweeledig was zoals verwacht mag worden van nieuw aantredende ‘soortgenoten’: Enerzijds blijkt men nieuwsgierig naar wat er gemeld wordt over het gedeelde verleden: de jaren 60.
De DVD-presentatie van de reünie 2009 ‘TERUGBLIK' stond namelijk in juni op de 1e plaats van de 'meest gelezen documenten' en werd 100 keer bekeken. Die veelzijdige productie stond al langdurig ver beneden op die leeslijst! En het complete decembernummer van H3 uit 1965 (18e jaargang, nr 3) prijkte op de 2e plaats met 86 nostalgische lezers! De Ludger documentatie met feiten uit de jaren 1960 bezette bovendien de 6e plaats met 51 bezoekjes!
Anderzijds is men nieuwsgierig naar het hedendaags wel en wee van onze Jaargang 62-67: 'Wat zijn die lieden uit 1962-1967 in hemelsnaam aan het uitspoken? Wat beweegt hen tegenwoordig? Waarom etaleren zij zich in H3 en op Postvak-h3?': Vier recente H3-edities prijken maar liefst op de Top-10 lijst. Ze werden samen met 198 bezoekjes vereerd! Petje af! Dat het eerste deel uit de serie Jubilerende Babyboomers een 8e plaats verkreeg, zal nu niet meer verbazen. Alle nieuwe bezoekers willen klaarblijkelijk wel eens even weten wat er 'vijftig jaar na dato' met ons aan de hand is…
KOMT ER DAN TOCH NOG EEN ECHTE ALUMNIVERENIGING VAN DE JAARGANGEN 1960?
Blz 24: Bericht uit de Provence; Jos Bus
12
Herinnert u zich deze nog…nog…nog….?
"…SUCH A CAD AM I …”
Ik hoor je stiekem verder zingen:
…so mean am I …Baby can’t you see…Ondertussen met je voet de maat mee tik-kend en je haren achteloos naar achter gooiend (als je die nog hebt), meedeinend op de klanken van Les Baroques met nie-mand minder dan Gary O’Shannon (onze eigen Gerad Schoenaker) als zanger. Je waant je weer terug in de jaren 60. Member of the beat generation.
Hoewel we op de kweekschool zaten en opgevoed werden volgens de normen van de vijftiger jaren, schuilde er in menigeen van ons een rebel. We gingen ons haar lan-ger dragen en pasten onze kleding aan. Dat ging niet zonder slag of stoot vertelde Gerad (of moet ik Gary zeggen) mij. Hij mocht van
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: "In deze tijden van zalige ledigheid beluister ik meer dan vroeger onze klassieke zender Radio 4. Vijftig jaar geleden was dat nog Radio Veronica of, nog meer favoriet, Radio London, maar ook smaken verglijden op de tijd. Nu staat mijn radio afgestemd op Radio 4. Vooral de ochtendprogrammering is bij mij favoriet. Een enkele keer gebeurt het, dat een mij (en ik denk ook ons allemaal) bekend menuet van Luigi Boccherini ten gehore wordt gebracht. Meteen ben ik dan in gedachten terug bij een zeer memorabele toneelavond in onze aula van weleer, waar wij als eersteklassers bij aanwezig waren. De vijfde klas speelde De knecht van twee meesters, van Goldoni. Het aangegeven muziekstuk werd gebruikt als achter-grondmuziek bij de verschillende chan-gementen tussen de bedrijven. Het was van regisseur Ome Toon een vondst zonder weerga. Die changementen waren pareltjes van muziek en choreografie. Een lust om naar te kijken! Deze avond was voor mij ronduit een openbaring! Als 15/16-jarige voor het eerst van mijn leven toeschouwer bij een heuse toneelklas-sieker. Ik keek werkelijk mijn ogen uit en genoot met volle teugen! Er zouden nog vele mooie voorstellingen volgen. Voor mij was de toon gezet in die eerste voorstelling. Mijn liefde voor toneel was hier ontvlamd!"
Anton de Vries (lichting ’62-’67)
verder
Stop/Go
"In deze tijden van zalige ledigheid beluister ik meer dan vroeger onze klassieke zender Radio 4. Vijftig jaar geleden was dat nog Radio Veronica of, nog meer favoriet, Radio London, maar ook smaken verglijden op de tijd. Nu staat mijn radio afgestemd op Radio 4. Vooral de ochtendprogrammering is bij mij favoriet. Een enkele keer gebeurt het, dat een mij (en ik denk ook ons allemaal) bekend menuet van Luigi Boccherini ten gehore wordt gebracht. Meteen ben ik dan in gedachten terug bij een zeer memorabele toneelavond in onze aula van weleer, waar wij als eersteklassers bij aanwezig waren. De vijfde klas speelde De knecht van twee meesters, van Goldoni. Het aangegeven muziekstuk werd gebruikt als achter-grondmuziek bij de verschillende chan-gementen tussen de bedrijven. Het was van regisseur Ome Toon een vondst zonder weerga. Die changementen waren pareltjes van muziek en choreografie. Een lust om naar te kijken! Deze avond was voor mij ronduit een openbaring! Als 15/16-jarige voor het eerst van mijn leven toeschouwer bij een heuse toneelklas-sieker. Ik keek werkelijk mijn ogen uit en genoot met volle teugen! Er zouden nog vele mooie voorstellingen volgen. Voor mij was de toon gezet in die eerste voorstelling. Mijn liefde voor toneel was hier ontvlamd!"
end text content:
26
SPREKEN IS ZILVER…..In voorgaande edities heb ik al een behoorlijk aantal malen persoonlijk als zodanig gesproken. Vaak was dat op luchthartige toon, waarbij ik de draak stak met situaties en/of personen, inclusief mezelf. Maar in deze speciale, zilveren uitgave wil ik bij uitzondering eens een serieus, bepaald niet misselijk onderwerp aansnijden: de onvolkomenheid van de Nederlandse Taal. Je wilt als eindredacteur tenslotte ergens wel serieus genomen worden, anders blijf je nergens meer.
Op mijn vraag of al die optredens nog invloed hadden op zijn schoolcarrière antwoordde Gerad dat dat zeker het geval was. Hij moest de hoofdakte overdoen. Nadat hij geslaagd was, moest Gerad in dienst. Kon Elvis daar nog mee weg komen, Gerad was dat geluk niet gegund. Door onregelmatige diens-ten kwamen zijn optredens in het gedrang en kwam zijn zangcarrière tot een einde. In die tijd, kan ik mij herinneren, ging trouwens ook je haar er rigoreus af, model bloempot. Niet bevorderlijk voor een stoer imago. Hoewel je er tegen-woordig schijnbaar wel mee scoort. Als je tenminste die half afgeschoren koppies van de huidige voetballers ziet.
Later heeft Gerad nog een poging gedaan om met de Gary O’Shanon Group de hitlijsten te bestormen, met o.a. de latere D.J. Ferry Maat. Hij heeft echter nooit meer het succes van Les Baroques kunnen evenaren. Of hij dat jammer vond, vroeg ik. Natuurlijk had hij er zich er meer van voorgesteld, maar daarna heeft hij zich met volle overgave en veel plezier op het onderwijs in Bergen gestort.
Muziek vormde natuurlijk een belangrijk onderdeel van zijn leven op de basisschool aldaar en hij is zelfs nog met een klas naarde studio in Bussum geweest. Op zijn drieënvijftigste is Gerad, na een burn-out uit het onderwijs gestapt. Daarna heeft hij zijn draai gevonden op het conservatorium in Alkmaar, waar hij tweeënhalve dag in de week o.a. zanglessen heeft gevolgd. Toentertijd zong hij in vier koren.
Groepen met prachtige namen als Hot Blood Orkestar, Le Syndicat du Chrome, Los Bontuillos,Tit Fanfare. De mensen die aanvankelijk bien ensemble op het terras zijn blijven hangen, wurmen zich dan ook in het café naar voren om een of meer bekenden op te zoeken om te gaan dansen. In het tweede deel van de optredens gaat meestal het dak eraf.
En het Franse chanson dan, telt dat niet meer mee? Natuurlijk, maar dat zijn weer andere avonden, avonden waar de állergrootste liefde van de Fransen centraal staat: de literatuur. En daar horen de chansonniers uiteraard ook bij!
Kun je je in Nederland cafés voorstellen waar mensen samenkomen om gezamenlijk de lied-jes van Jules de Corte, van Boudewijn de Groot of Herman van Veen te zingen, veelal zelfs uit het hoofd? Dat is hier in Montjustin, met het oeuvre van Georges Brassens, in de bistrot al drie keer gebeurd, begeleid door een variëteit aan muzikanten.
Op alle zomerzondagavonden is het om 19.30 u. tijd voor de apéro musique. Muzikaal vaak verzorgd door kleine bezettingen, gemiddeld bezocht door zo’n 80 personen. Verscheidene keren is het programma meer gericht op de tekst dan op de muziek: poëzie, slam, klankdich-ten vol inventiviteit. De laatste apéro van augustus heet zelfs Mozic, een begrijpelijke samentrekking van mots et musiques.
In het eerder genoemde Café du Cours verwachten we binnenkort de 16e editie van Lâcher de Mots, een avond waarop iedereen (!) een tekst mag voordragen en waarbij geldt: ‘un vers dit = une verre offert’
En het zal voor de zestiende keer opnieuw bijna geen doen zijn om binnen te komen, zo druk. En de aandacht voor eenieder zal weer intens zijn. Geweldig om mee te maken. Ik loop al een tijdje rond met de gedachte er een keer mijn bijdrage te laten horen, maar ik ben er nog niet helemaal uit met wat precies.
P.S. Had ik eigenlijk in deze aflevering niet moeten schrijven over de rol en betekenis van het water in de Provence, nu we zo’n onvoorstelbare droge en warme zomer achter de rug hebben? (de wens is blijkbaar de vader van, want op het moment van schrijven meet ik 32° C en alweer drie weken geen regen).
À la prochaine!
Caption Style it works the same with all jquery version from 1.x to 2.x use jssor.slider.mini.js (39KB) or jssor.sliderc.mini.js (31KB, with caption, no slideshow) or jssor.sliders.mini.js (26KB, no caption, no slideshow) instead for release jssor.slider.mini.js = jssor.sliderc.mini.js = jssor.sliders.mini.js = (jssor.core.js + jssor.utils.js + jssor.slider.js) Jssor Slider Begin You can move inline styles to css file or css block. Loading Screen Slides Container ThumbnailNavigator Skin Begin ThumbnailNavigator Skin End Bullet Navigator Skin Begin jssor slider bullet navigator skin 01 -- bullet navigator container --> bullet navigator item prototype Bullet Navigator Skin End Arrow Navigator Skin Begin Arrow Left Arrow Right Arrow Navigator Skin End slideshow Trigger
Jssor Slider End
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: De volgende herinnering werd bij mij “getriggerd” door de H3 ’s, die ik heb gelezen. Het is de ontgroening, die jullie groep onze jaargroep in 1965 liet ondergaan. Specifiek zie ik hierbij Frits Le Roux als de leidinggevende. (Ik weet niet of dit juist is!) De ontgroeningsopdracht die me bijbleef, was het toelatingsexamen dat wij moesten afleggen. Vooral het vak Drama vond ik geweldig, waarbij ik voor het eerst van mijn leven voorwerpen, bomen e.d. moest gaan uitbeelden. Ik zie me nog in allerlei standen op de vloer knielen, kruipen en liggen. Voor mij was dat het begin van een ruim veertigjarig onderwijs-acteurschap van 19 jaar lager onderwijs, 10 jaar voortgezet onderwijs in de Schilderswijk en 11 jaar MBO. Zonder de creativiteitslessen van de heer Sweers en het daardoor ontwik-kelde improvisatievermogen was het mij waarschijnlijk nooit gelukt om veertig jaar lang met plezier jongeren wat te leren. Vandaag (14 augustus) zie ik op de televisie een ex-leerling van me (opleiding Administrateur van het ROC Novacollege te Lisse in 2005), die nu getrouwd is met een Maleisische prinses. Hoe kan een verlegen overkomende jongen zo’n beslissing nemen? Niet dat ik daar dan ook maar enige invloed op heb gehad, of wel? Ik had hem toch opgeleid om als boekhouder ergens de kost te gaan verdienen? Dat beroep wordt niet vermeld, wel zijn hobby voetballen en dat hij als model is gaan werken. Heb ik hem nu in de laatste jaren van mijn onderwijsbaan een verkeerd vak onderwezen of heb ik te veel geacteerd?
Hans Roelofs (lichting ’65-’70)
verder
Hans Roelofs (lichting ’65-‘70
De volgende herinnering werd bij mij “getriggerd” door de H3 ’s, die ik heb gelezen. Het is de ontgroening, die jullie groep onze jaargroep in 1965 liet ondergaan. Specifiek zie ik hierbij Frits Le Roux als de leidinggevende. (Ik weet niet of dit juist is!) De ontgroeningsopdracht die me bijbleef, was het toelatingsexamen dat wij moesten afleggen. Vooral het vak Drama vond ik geweldig, waarbij ik voor het eerst van mijn leven voorwerpen, bomen e.d. moest gaan uitbeelden. Ik zie me nog in allerlei standen op de vloer knielen, kruipen en liggen. Voor mij was dat het begin van een ruim veertigjarig onderwijs-acteurschap van 19 jaar lager onderwijs, 10 jaar voortgezet onderwijs in de Schilderswijk en 11 jaar MBO. Zonder de creativiteitslessen van de heer Sweers en het daardoor ontwik-kelde improvisatievermogen was het mij waarschijnlijk nooit gelukt om veertig jaar lang met plezier jongeren wat te leren. Vandaag (14 augustus) zie ik op de televisie een ex-leerling van me (opleiding Administrateur van het ROC Novacollege te Lisse in 2005), die nu getrouwd is met een Maleisische prinses. Hoe kan een verlegen overkomende jongen zo’n beslis-sing nemen? Niet dat ik daar dan ook maar enige invloed op heb gehad, of wel? Ik had hem toch opgeleid om als boek-houder ergens de kost te gaan verdie-nen? Dat beroep wordt niet vermeld, wel zijn hobby voetballen en dat hij als model is gaan werken. Heb ik hem nu in de laatste jaren van mijn onderwijsbaan een verkeerd vak onderwezen of heb ik te veel geacteerd?
Stop/Go
end text content:
www.postvakh3.nl
Dat Les Baroques nog leeft, blijkt uit de presentatie van het songboek van het gelijknamige TV programma in de Westergasfabriek in Amsterdam en uit het feit dat ze in 2015 een verzamel-CD hebben uitgegeven.
Hoe hij verder zijn dagen invulde, vroeg ik.
Met het maken van sieraden, was het verrassende antwoord. Gerad maakt sieraden waarvoor hij brons gebruikt van voorwerpen uit oude tijden, en dan heeft hij het over hele oude tijden. Soms gaat het om voorwerpen van voor de jaartelling. Stilistisch eenvoudig en direct. Hij is niet van de tierelantijn-tjes.
Met deze hobby is hij begonnen rond zijn vijftigste.
Op de vraag hoe hij aan de bronzen voorwerpen komt, vertelde hij dat hij ze zelf verzamelt, hierbij geholpen door een Griek en een Engelsman.
Samen met een zilversmid uit Amsterdam, die de voorwerpen soms bewerkt en een leerbewerkster uit ’s Gravenland maakt hij van deze voorwerpen hangers, ringen en armbanden.Met deze voorwerpen heeft Gerad een bijzondere band. Ze zijn dan ook niet voor de verkoop. Slechts een enkele gelukkige komt in het bezit van zo’n kostbaar kleinood.
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: Tot op de dag van vandaag is mijn leven doordrenkt met het Ludgeriaanse verleden: Ruim 40 jaar getrouwd met Joke Geurtsen, een ex-Amersfoortse Ter Eem-juf en zus van Jan Willem Geurtsen (jaargang 59-64). De man met de pijp met de welriekende Glenn-tabak, klassiek musicus, pianist en een trouwe binnencour-tennisser. Via hem hoor ik regelmatig verhalen over zijn jaargang, zijn reünies, maar vooral over zijn vriend Rinie Overvelde uit het Ludgeriaanse Vierakker. (zie eerdere H3) Woon al ruim 40 jaar onder 1 kap met één van mijn ontgroeners: Wim Scheepstra, destijds lid van de Senaat. Gelukkig heeft hij het opgelopen ontgroeningslitteken in de loop van de jaren meer dan goed gemaakt. Met hem praten we nog regel-matig over onze kweekschooltijd. Onze drie kinderen zijn tijdens de basis-school mede gevormd door mijn parallel-klasgenoot Theo Ickink, één van de vele Achterhoekers. Theo was leer-kracht en later directeur van een basisschool in Raalte, de parel van Salland. Behoudens de ontgroening heb ik alleen maar positieve herinneringen aan de Ludgerus-familie.
Ben Groot Beumer (’61-’66)
verder
Stop/Go
Tot op de dag van vandaag is mijn leven doordrenkt met het Ludgeriaanse verleden: Ruim 40 jaar getrouwd met Joke Geurtsen, een ex-Amersfoortse Ter Eem-juf en zus van Jan Willem Geurtsen (jaargang 59-64). De man met de pijp met de welriekende Glenn-tabak, klassiek musicus, pianist en een trouwe binnencour-tennisser. Via hem hoor ik regelmatig verhalen over zijn jaargang, zijn reünies, maar vooral over zijn vriend Rinie Overvelde uit het Ludgeriaanse Vierakker. (zie eerdere H3) Woon al ruim 40 jaar onder 1 kap met één van mijn ontgroeners: Wim Scheepstra, destijds lid van de Senaat. Gelukkig heeft hij het opgelopen ontgroeningslitteken in de loop van de jaren meer dan goed gemaakt. Met hem praten we nog regel-matig over onze kweekschooltijd. Onze drie kinderen zijn tijdens de basis-school mede gevormd door mijn parallel-klasgenoot Theo Ickink, één van de vele Achterhoekers. Theo was leerkracht en later directeur van een basisschool in Raalte, de parel van Salland. Behoudens de ontgroening heb ik alleen maar posi-tieve herinneringen aan de Ludgerus-familie.
end text content:
www.gooischpoparchief.nl
Van Cor van den Heuvel kwam het bericht dat hij afscheid heeft genomen van Alice (of Alice van hem) en dat hij voortaan per e-mail aangeschreven wil worden via het volgende adres: mjvandenheuvel46@tele2.nl Wat is dat toch met die voormalige externen, dat ze perse hun geboortejaar in hun e-mailadres opgenomen willen hebben?
Ook Jan Vroonhof heeft een ander e-mailadres gekregen: vroonhof-boumann@ziggo.nlBeide adressen zelf even veranderen in de lijst!
Jacques van Hees ( lichting 65-70 ), broer van Henk, stuurde ons de volgende e-mail:
Jullie kennen me, denk ik, niet. Op de een of andere manier heb ik het wel en wee van jullie groep vanaf het prille begin op de kweekschool gevolgd. Jullie moesten onze klas ontgroe-nen. En dat waren de laatste stuiptrekkingen van "nog echt ontgroenen". Ik ontsprong vaak de dans, omdat ik evenals Henk, extern was. Toch staan een aantal scènes me nog helder voor de geest. Ik kwam er zelfs 's avonds voor terug.
Sommigen van jullie groep kwamen bij ons thuis over de vloer. Herman de Groot liet z'n broeken door mijn vader (kleermaker) vermaken. Jan Mulder voelde zich er "thuis" .
Ik wist niet goed wat ik "later worden moest". En zo trad ik na de Mulo in de voetsporen van broer Henk. Op zich natuurlijk een dubieuze beroepskeuze, maar toch.... Ik ontdekte op Ludgerus dat ik niet het enige "broertje van...."was.
Onze lichting '65-70 heeft een keer een reünie gehouden, maar verder zijn er geen gebunde-lde contacten zoals in jullie groep. Ik heb zelf nog wel contact met enkele klasgenoten.
Wat maakt, dat jullie na zoveel tijd eigenlijk weer wat meer naar elkaar zijn toe gekropen? Bij onze groep merk ik niks in die zin.
Ap Peters ( lichting 65-70 ) liet ons het volgende weten:
Als kwekeling ben ik naar Hilversum gekomen in 1966. Toelatingsonderzoek door mijn oude parochiekapelaan, die mij ook nog gedoopt had. Zonder problemen aangenomen. De eerste drie en een half jaar intern geweest en toen als eerste van de Ludgerianen op kamers gegaan. Dat was flink schrikken voor de fraters, omdat er na mij meerdere volgden en ze daardoor een hoop inkomsten kwijt raakten. Ik was klassenvertegenwoordiger en vertrou-wenspersoon van de gymleraar Burie. Die had het niet zo op Frater Steggink en ik moest als bemiddelaar optreden.
Na 4 jaar vond ik het welletjes daar in het westen van het land en heb mijn hoofdakte in Doetinchem gehaald. Ik liep stage op de MLK-school te Didam, die onder leiding stond van de Fraters van Utrecht en kreeg daar een tijdelijke benoeming. Toen ik na een jaar vroeg om een vaste aanstelling, werd die in eerste instantie geweigerd. Ik moest nog solliciteren voor mijn eerste jaar. Ik had de aanstelling nl. gekregen zonder een schriftelijke sollicitatiebrief. Het toenmalige hoofd vertrouwde mij toe dat ik weggegaan was uit Hilversum als een ettergezwel in de maatschappij. Toch had ik binnen een week mijn vaste aanstelling binnen en ben op die school tot volle tevredenheid 32 jaar gebleven, samen met mijn zus en met mijn vrouw Trees Punte (overgehouden uit Hilversum). Door ziekte heb ik voor mijn pensioen afscheid moeten nemen van de school.
Ik woon momenteel op 100 meter van het huis van mijn ouders.
Inmiddels heb ik 25 jaar als jachtopzichter gewerkt, rondgereden als koerier en heb vanaf 1968 een hondenschool. Ik schilder jachttaferelen, ben jager, visser en postduivenman. De gezondheid is nog steeds goed en ik ben 44 jaar getrouwd.
18
youtube
13
Caption Style it works the same with all jquery version from 1.x to 2.x use jssor.slider.mini.js (39KB) or jssor.sliderc.mini.js (31KB, with caption, no slideshow) or jssor.sliders.mini.js (26KB, no caption, no slideshow) instead for release jssor.slider.mini.js = jssor.sliderc.mini.js = jssor.sliders.mini.js = (jssor.core.js + jssor.utils.js + jssor.slider.js) Jssor Slider Begin You can move inline styles to css file or css block. Loading Screen Slides Container ThumbnailNavigator Skin Begin ThumbnailNavigator Skin End Bullet Navigator Skin Begin jssor slider bullet navigator skin 01 -- bullet navigator container --> bullet navigator item prototype Bullet Navigator Skin End Arrow Navigator Skin Begin Arrow Left Arrow Right Arrow Navigator Skin End slideshow Trigger
Jssor Slider End
19
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: Harrie de Valk (lichting ’62-‘67
Onvergetelijk waren voor mij de douchemomenten in de witbetegelde badruimte met granieten vloer achter in de gang bij de gymzaal. Na de gymles joeg Burie ons de met een deurtje afgesloten badhokjes in. Gezamenlijk douchen in een open doucheruimte was in die tijd nog ondenkbaar. Wanneer Burie de koude (!) kraan opendraaide, was het de kunst om je zó op te stellen dat de ijskoude waterstralen net ontweken konden worden. Vervolgens wat gefin-geerde afdroogbewegingen met de hand-doek om de schijn te wekken dat je gedoucht had. Op zaterdag daarentegen was het douchen een feest, want dan was er warm water. Onder toeziend oog van frater Monulphus die de knoppen bediende bij zijn vaste stand(zit)-plaats bij de pilaar. Gehuld in zware dampwolken als in een Turks bad, ondergingen wij dan de weldadige koestering van het warme water, zodat we schoon het weekend in konden of eventueel naar huis. Voor sommigen was dat de enige keer in de week dat ze echt een douche namen! Natuurlijk maakten we dankbaar gebruik van de geweldige akoestiek van de ruimte door luidkeels meer of minder stichtelijke liederen te galmen, als waren we opera-zangers. Tijdens onze laatste reünie 3 jaar geleden hebben we in de restanten van de badruimte (een deel van de tegelwanden en de pilaar waren nog aan-wezig) de akoestiek nog eens getest door het gezamenlijk zingen van de canon Dona Nobis Pacem en het beruchte kikkerlied van Polycarpus Wij nachte-galen, kwak, kwak, kwak. Wederom een onvergetelijke en vermakelijke ervaring!
verder
Onvergetelijk waren voor mij de douchemomenten in de witbetegelde badruimte met granieten vloer achter in de gang bij de gymzaal. Na de gymles joeg Burie ons de met een deurtje afgesloten badhokjes in. Gezamenlijk douchen in een open doucheruimte was in die tijd nog ondenkbaar. Wanneer Burie de koude (!) kraan opendraaide, was het de kunst om je zó op te stellen dat de ijskoude waterstralen net ontweken konden worden. Vervolgens wat gefin-geerde afdroogbewegingen met de hand-doek om de schijn te wekken dat je gedoucht had. Op zaterdag daarentegen was het douchen een feest, want dan was er warm water. Onder toeziend oog van frater Monulphus die de knoppen bediende bij zijn vaste stand(zit)-plaats bij de pilaar. Gehuld in zware dampwolken als in een Turks bad, ondergingen wij dan de weldadige koestering van het warme water, zodat we schoon het weekend in konden of eventueel naar huis. Voor sommigen was dat de enige keer in de week dat ze echt een douche namen! Natuurlijk maakten we dankbaar gebruik van de geweldige akoestiek van de ruimte door luidkeels meer of minder stichtelijke liederen te galmen, als waren we opera-zangers. Tijdens onze laatste reünie 3 jaar geleden hebben we in de restanten van de badruimte (een deel van de tegelwanden en de pilaar waren nog aan-wezig) de akoestiek nog eens getest door het gezamenlijk zingen van de canon Dona Nobis Pacem en het beruchte kikkerlied van Polycarpus Wij nachte-galen, kwak, kwak, kwak. Wederom een onvergetelijke en vermakelijke ervaring!
Stop/Go
end text content:
Het bovenstaande komt tot uiting in de voor-gaande 24 edities. Daar deelden maar liefst 27 verschillende auteurs al schrijvend voor H3 hun wel en wee met de 44 Jaargenoten, waarvan de initiatiefnemers van de eerste reünie in 2009 de adressen achterhaalden. M.a.w. ruim 61% van onze Jaargang 1962-1967 klom in de pen! En dat is zelfs voor échte alumnigezinde landen een hoog percentage!
VOORTREKKERS
In het begin was ons H3-clubblad vooral te danken aan het doorzettingsvermogen en de grote inzet van initiatiefnemer en eindredacteur
Na de kweekschool -hoofdakte in Doetinchem- heb ik de avondacademie in Arnhem gevolgd om aan de slag te gaan als leraar handenarbeid, later CKV en Beeldende Vorming. In 2010 kwam de fpu of het pensioen -daar heb ik nooit veel van begrepen omdat mijn echtgenote zich altijd ontfermde over alle administratieve zaken- en ben drie dagen later richting Rome gefietst. Daarna volgde het voor de meesten van jullie waarschijnlijk geheel onbekende ‘zwarte gat’ -ik miste de blagen- dat op mij veel impact had. Mijn kleindochters, het portretschilderen en mijn Mac hielden me gelukkig overeind. Op de Mac hou ik me voor-al bezig met 3D-tekenen, filmmontage, fotobewerking, het schrijven van blogjes, Italië en de Italiaanse taal en sinds enkele jaren klooi ik met html5, waardoor ik de kennis kreeg om deze digikrant te maken. Over het portretten en dieren schilderen hierna een kort verhaaltje:
Puttertje; 50 x 150 cm.Naar C. Fabritius
Na een aantal jaren op en neer gereisd te zijn naar Amsterdam, werd mij de reistijd wat te veel en ben ik overgestapt naar een ROC in Amersfoort. Ook omdat we inmiddels onze woonplaats Westbroek hadden verruild voor De Bilt.
Blz 29: Korte berichten
Voor de geïnteresseerde lezer die meer over Gary O’Shannon en Les Baroques wil weten verwijs ik naar:
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: Ik zie me in 1962 nog het Ludgerus-gebouw binnenlopen aan de Hilversumse Oude Amersfoortseweg. Twee weken later dan de andere eerste klassers. Plotseling kreeg ik de kans om van 4 Gymnasium over te stappen naar klas 1 van Ludgerus. In de plaats van Arnold Rog, die nooit was komen opda-gen! Het leek een degradatie maar in de loop van de jaren daarna ging er een nieuwe wereld voor me open! Zo kreeg ik in 1965 via de sc
Henk van Hees (lichting ’62-’67)
verder
Ik zie me in 1962 nog het Ludgerus-gebouw binnenlopen aan de Hilversumse Oude Amersfoortseweg. Twee weken later dan de andere eerste klassers. Plotseling kreeg ik de kans om van 4 Gymnasium over te stappen naar klas 1 van Ludgerus. In de plaats van Arnold Rog, die nooit was komen opda-gen! Het leek een degradatie maar in de loop van de jaren daarna ging er een nieuwe wereld voor me open! Zo kreeg ik in 1965 via de school een kans om mijn blik te verruimen! Rector Dickhoff, die was aangesloten bij de Lions, attendeerde me op de mogelijk-heid om vijf weken in Frankrijk door te brengen op kosten van de Lions. Om daarvoor geselecteerd te worden moest ik in het Frans een opstel schrijven over Frankrijk. Ik nam de uitdaging van Dick-hoff aan en enkele maanden later kreeg ik via hem te horen dat ik met nog vier Nederlanders tot de gelukkigen hoorde. Dat betekende voor mij dat ik samen met 80 jongeren uit allerlei Europese landen, tijdens de zomervakantie vijf weken heb doorgebracht in Parijs, de Loirestreek en Bretagne. Genietend van een zeer attra-ctief programma met kunst, cultuur, sport, lessen en internationale contacten. Ik was voor eerst in mijn leven in het buitenland; schreef mijn ouders een kaartje met de vraag hoe ik die Franse WC’s moest ge-bruiken; genoot van de wereldstad Parijs; kreeg steeds meer lef en durfde Frans te praten! Kortom: nieuwe werelden gingen voor me open! Dankzij Dickhoff. Dankzij Ludgerus! De jaren zestig wilde ik altijd pastoor worden. Zijn invloed was in ons dorp nogal groot. Hij vond dat ik naar een goede, katholieke kweekschool moest en dat gebeurde dan ook.
Stop/Go
end text content:
Hilversum 3
NB: Misschien aardig om te weten: wij van’63-’68 houden elkaar ook op de hoogte van lief en leed met https://www.janmac.nl/Ouwe_knarren/Hilversum_toen.html In 2018 vieren wij onze ’50-om' lustrumreünie!
Omdat ik in Amersfoort regelmatig stagiaires had voor maatschappijleer en/of economie, werd ik uitge-nodigd om een cursus te volgen als assessor, een soort examinator. Nog regelmatig word ik uitgeno-digd bij de Hogeschool van Utrecht om assessments af te nemen bij toekomstige docenten. Ook daar krijg ik nog steeds weer nieuwe inzichten.
Na mijn pensionering in 2010 ben ik toegetreden tot het bestuur van Stichting Zohra Noach Foundation met als taak penningmeester en later vicevoorzitter ter ondersteuning van de werken van Zohra Noach. Na haar overlijden in 2015 heb ik na enige tijd mijn bestuurstaken bij de Stichting Zohra Noach Foun-dation overgedragen.
In mijn vrije tijd lees ik detective/trillers, kijk ik op tv documentaires en detectives, zwem één keer per week en pas regelmatig met mijn vrouw op onze kleindochter. Wij hebben een abonnement op con-certen in Tivoli Vredenburg en bezoeken regelmatig een museum.
29
Hilversum 3
Vaak na het lezen denk ik weerHoe jonge mannen, oud vandaagZich laten zien en keer op keerKomt bij mij dezelfde vraag
Wat is, dat niet veranderd isOndanks de tijd die is vergaanEn als ik me dan niet vergisIs het de kern in elk bestaan
Jij bent nog steeds dezelfde manNiet meer de jongen die je was Maar toen ik je weer tegenkwamLiep je nog steeds dezelfde pas
Ik zag het aan je ogenHerkende woorden die je sprakHet is waar en ongelogenIk was meteen op mijn gemak
Vertrouwd door het verledenLigt in het heden voor de handTe doen wat we toen deden Dankzij Harrie en zijn krant
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: Als de dag van gisteren herinner ik me hoe enthousiast ik na de dag van het toelatingsexamen terugkeerde naar mijn geboorteplaats: mijn oorspronkelijke scep-sis rond het voorziene leven op een internaat was, bij het zien van alle moge-lijkheden die Ludgerus bood tot het be-oefenen van een breed scala aan sporten, op slag verdwenen. Hoewel ik in Deventer –destijds met drie hoofdklasseclubs een waarlijk wal-halla– op vrij hoog niveau volleybalde, bleek dat bij HIOS van slech
Hans Swiers (lichting ’63-‘68
verder
Als de dag van gisteren herinner ik me hoe enthousiast ik na de dag van het toelatingsexamen terugkeerde naar mijn geboorteplaats: mijn oorspronkelijke scep-sis rond het voorziene leven op een internaat was, bij het zien van alle moge-lijkheden die Ludgerus bood tot het be-oefenen van een breed scala aan sporten, op slag verdwenen.Hoewel ik in Deventer –destijds met drie hoofdklasseclubs een waarlijk walhalla– op vrij hoog niveau volleybalde, bleek dat bij HIOS van slechts ondergeschikt be-lang te zijn: de hiërarchie van de studie-jaren bepaalde grotendeels het team waarin je speelde, dus vijfdejaars in het eerste, de eerstejaars in het vijfde team. Gelukkig had frater Isidorus, de trainer/ coach van de afdeling volleybal, daar een andere opvatting over en mocht ik al spoedig meedoen met de grote jongens uit de hogere leerjaren: Theo Frank, Titus van der Weijde, Bert Mombarg, Eddy Mar-chena ….Een hoogst interessante bijkomstigheid was voor mij persoonlijk dat de compe-titie soms op doordeweekse avonden in Haarlem, Amsterdam of Utrecht werd gespeeld en ik dus de slaapzaal van de eersteklassers op stommelde als Polycar-pus de lichten al lang gedoofd had.Ronduit dierbaar zijn de herinneringen aan de steun die het Ludgerus-legioen leverde als het er –bij een naderend kampioenschap– echt om ging. Een enorme schare supporters hielp ons aan menige overwinning, hetgeen overi-gens bij onze handballende evenknie evenzeer het geval was.
Stop/Go
end text content:
Zilver
Hennie Bouwhuis: Het is een feit: na onze reünie in 2009 zijn de Ludgeruscontacten weer aangehaald omdat we daar nu meer tijd voor hebben, maar het medium Harrie is ook van grote invloed geweest. Hij weet zijn redactieteam te stimuleren en te activeren om zo te komen tot een kwaliteitsuitgave van H3. De medewerking van studiegenoten is een alles bepalende factor, maar zonder een hoofdredacteur als Harrie hadden we al deze mooie edities van H3 niet ontvangen. Als ik aan buitenstaanders vertel dat 50 jaar (!) na beëindiging van de opleiding H3 floreert als nooit tevoren, dan zie ik verbaasde gezich-ten:” Hoe is dat mogelijk, ook gepensioneerden zijn toch heel druk”?! Het enig goede antwoord is dan: ”Wij hebben Harrie!”
Redacteur Hennie Bouwhuis neemt voor deze rubriek contact op met oud-klasgenoten om die uit te nodigen een bijdrage te leveren voor bovengenoemde rubriek.Veel Ludgerianen 1962-1967 hebben hun levensverhaal in 2009 beschreven in ons boek ‘Feest van herkenning’. Omdat Wim Boekholt dat destijds niet heeft gedaan, vertelt hij nu hoe het met hem is gegaan na het verlaten van de Pedagogische Academie Ludgerus.EndFragment
15
Wat mijn activiteiten in het reguliere onderwijs betreft ben ik gaan werken op de streekschool in Amstel-veen met lessen economie voor Kort Middelbaar Be-roeps Onderwijs. Door allerlei fusies binnen het be-roepsonderwijs, de vorming van de ROC’s, kwam ik te werken in Amsterdam bij de opleidingen van de administratieve beroepen. Naast de lessen econo-mie, bedrijfsrekenen en administratie deed ik ook mentoraat en stagebegeleiding. Het was heel afwis-selend werk.
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: Een lesmoment op de Kweekschool dat me altijd is bijgebleven, was dat de heer Roelofse een stereometrie-les gaf (een van mijn favoriete onderdelen bij het vak wiskunde) waarbij hij in z’n enthousiasme de tekeningen op het bord, toen dat vol was, voortzette op de muur. Jarenlang heeft dat gebaar me aangezet tot het eveneens verzinnen van allerlei didactische hoogstandjes om de aandacht van het puber-publiek vast te houden. Ooit heb ik een presentatie, om het onderscheid te onderstrepen tussen 3D- en 2D-beelden, eens gelardeerd met bitterballen die ik buiten, dichtbij het lokaal in het geniep eigenhandig frituurde. De beeldende vergelijking van plakjes worst en die bitterballen werd hierdoor geheel invoelbaar. Verder vergeleek ik negerzoenen (dat woord mocht toen nog) met chocoladevlokken en blokjes kaas met plakjes (aangevuld met de beroemde sketch van Theo Maassen over kaasblokjes). Al deze etenswaren waren verdekt en in ruim voldoende mate in het lokaal opgesteld. Op het moment dat ze in de presentatie van pas kwamen, haalde ik ze dan te voorschijn. Deze actie was extra functioneel, omdat deze gegeven werd aan een 5 VWO Kunst-klas op vrijdag het 7e en 8e uur. Gewoonlijk barsten ze rond die tijd van de honger. Wij hadden in Hilversum niet voor niets ‘goûter’ in de vorm van kale sneetjes brood rond een uur of vier.
Jan Verheijen (lichting ’63-’69)
verder
Stop/Go
Een lesmoment op de Kweekschool dat me altijd is bijgebleven, was dat de heer Roelofse een stereometrie-les gaf (een van mijn favoriete onderdelen bij het vak wiskunde) waarbij hij in z’n enthousiasme de tekeningen op het bord, toen dat vol was, voortzette op de muur. Jarenlang heeft dat gebaar me aangezet tot het eveneens verzinnen van allerlei didactische hoogstandjes om de aandacht van het puber-publiek vast te houden. Ooit heb ik een presentatie, om het onderscheid te onderstrepen tussen 3D- en 2D-beelden, eens gelardeerd met bitterballen die ik buiten, dichtbij het lokaal in het geniep door een leerling liet frituren. Het beeldende verschil tussen plakjes worst en die bitterballen werd hierdoor geheel invoelbaar. Verder verge-leek ik negerzoenen (dat woord mocht toen nog) met chocolade boterham- vlokken en blokjes kaas met plakjes (aangevuld met de beroemde sketch van Theo Maassen over kaasblokjes). Al deze etenswaren waren verdekt en in ruim voldoende mate naast het lokaal opgesteld. Op het moment dat ze in de presentatie van pas kwamen, haalde ik ze dan te voorschijn. Deze actie was extra functioneel, omdat deze gegeven werd aan een 5 VWO Kunst-klas op vrijdag het 7e en 8e uur. Gewoonlijk barsten ze rond die tijd van de honger. Wij hadden in Hilversum niet voor niets ‘goûter’ in de vorm van kale sneetjes brood rond een uur of vier.
end text content:
Toen ik op onze reünie van september 2010 mijn voorstel deed om regelmatig een nieuwsbrief te gaan uitbrengen om de hernieuwde contacten levend te houden, heb ik niet kunnen bevroeden dat mijn idee zó zou uitgroeien. Ik begon met 25 belangstellenden en nu zitten we op bijna 200 lezers. Van een informatieblaadje van enkele pagina’s zijn we uitgegroeid tot een heuse periodiek van vaak meer dan 20 bladzijden. En inmiddels is de beperkte lezerskring van één Ludgeruslichting verbreed tot maar liefst zes jaargroepen. Natuurlijk ben ik mij ervan bewust dat ik zelf deels de aanstichter ben van deze ontwik-keling, maar aan de andere kant had Hilversum 3 nooit blijvend een succes kunnen worden, als er niet zo enthousiast en actief was meegewerkt door een grote groep lezers.
In de beginjaren moest ik het allemaal grotendeels alleen opknappen, maar geleidelijk ontwikkelde zich een vaste groep medewerkers, waarvan er enkele toen de stap gezet hebben om toe te treden tot de redactie en mij zo te verlossen uit mijn ivoren toren. Voor mij is dat een grote stimulans geweest om door te gaan op de ingeslagen weg. Elders in dit nummer vinden mijn mederedactieleden het nodig om mijn achterste uitgebreid met veren op te sieren, maar op mijn beurt ben ik hen dankbaar voor de voortdurende aanlevering van zinvolle bijdragen en het geven van de broodnodige feedback.
En in die dank wil ik ook de vele Ludgerianen betrekken die eenmalig of met regelmaat hun bijdrage leverden aan de inhoud van Hilversum 3 en zo hun betrokkenheid bij ons gezamenlijk verleden vorm hebben gegeven. En hoe betrokken Ludgerianen kunnen zijn, blijkt uit de grote belangstelling voor H3, uit het grote aantal hits voor de website en uit de medewerking aan dit zilveren jubileumnummer. Maar liefst 28 verschillende auteurs leverden artikelen aan. Op mijn verzoek herinneringen in te sturen voor het artikel Als de dag van gisteren… reageerden niet minder dan 18 Ludgerianen met een inzending!
Dit zilveren jubileumnummer heeft zodoende een veelzijdige inhoud gekregen, die de redactie dan ook met trots presenteert. Niet alleen daardoor is dit een bijzondere uitgave geworden, maar ook de speciale lay-out door Jan Verheijen (lichting 63-68) draagt daar in belangrijke mate aan bij. Jan heeft zijn complete digitale trukendoos opengetrokken en vele uren aan enthousiaste en noeste arbeid geïnvesteerd om van dit 25-ste nummer iets aparts te maken. Daar ben ik hem uitermate dankbaar voor en ik hoop dat de vele con-tacten die we over de inhoud hebben gehad tot een blijvende verbinding voor de toekomst zullen leiden.
Rest mij alleen nog jullie, namens de hele redactie, veel genoegen met de verdere inhoud te wensen. Moge Hilversum 3 nog een lang en productief leven beschoren zijn!
Harrie de Valk
Ton Boogmans: Herman van Veen zong ooit: "Hilversum drie bestond nog niet ...".
Hoe fout kun je het hebben. Hilversum 3 bestond allang en bestaat dankzij onze onver-moeibare en inspirerende hoofdredacteur Harrie weer, en hoe! Het leeft als nooit tevoren. In deze tijd van hapsnap-media een verademing om op gezette tijden verwend te worden met echt leesvoer. Ga zo door Harrie.
Het mag duidelijk zijn dat Harrie van mij nog wel minstens vijfentwintig jaar als hoofd-redacteur mag aanblijven. Ik moet er niet aan denken dat hij er opeens mee zou ophouden en zou niet weten waar ik elders zo plezierig zou kunnen rond toeteren. Als hoofdredacteur had hij overigens wel degelijk een visie op de inhoud en de omvang van de bijdragen en liet die visie ook gelden. Op het podium dat hij ons bood wilde hij voorkomen dat druktemakers als ik anderen zouden belemmeren het H3-toneel te betreden; en hij greep in waar nodig. Hij deed me daarbij denken aan Ome Toon Sweers die als geen ander ervoor kon zorgen dat iedereen zijn kans kreeg, sterker nog, rollen uitkoos die bij je pasten en je daardoor, soms met een duwtje, het podium op kreeg. Zo heeft Harrie mij en ook anderen bij zijn alumni-initiatieven weten te betrekken. Weliswaar heeft hij niet iedereen vast kunnen houden, een aantal betrokkenen uit het begin zijn naar de achtergrond verdwenen, maar de reacties op zijn initiatieven bleven uiterst positief. Manmoedig zette hij dan ook door, gaf de periodiek een herkenbaar gezicht en ging na een paar jaar op zoek naar meer lezers. Hij ging te rade bij andere jaargangen, bemachtigde adressenbestanden en schreef die onverdroten aan. Hilversum 3 is nu niet alleen meer van onze lichting, net zoals het inter-naat destijds niet alleen door onze jaargang werd bevolkt.
Na vijfentwintig nummers lijkt het erop dat onze gedreven hoofdredacteur het podium bewust wil vergroten en redactionele ruimte wil bieden aan meer en ook andere Ludge-riaanse geluiden. Het zal me niet verbazen als achter dat streven van hem een visie schuil gaat die we nog niet kennen, maar die we vast nog wel te horen zullen krijgen. Voorlopig zijn we blij met die man en we moeten er daarom vooral voor zorgen dat hij blijft geloven in de waarde van zijn initiatief, in zijn creatie: de periodiek H3. Dat kunnen we doen door als lezer betrokken te blijven en zo af en toe een bijdrage te leveren. Maar ook door hem, zoals nu, een pluim op zijn hoed te steken: leve Harrie, leve de H3.
Frits Le Roux
NaschriftNadat de mederedacteuren Hennie Bouwhuis en Ton Boogmans mijn stuk hadden gelezen, klommen ze in de pen om nog een paar pluimen meer op de hoed van carnaval Harrie te steken.
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: PIET OOMES, ANTON COOLEN EN HERMAN VERWEY. De eerste keer dat Piet Oomes het begrip ‘ l’art pour l’art ‘ gebruikte dacht ik dat hij een anekdote over zijn woonplaats ging vertellen. Ik verstond ‘ laar-boer-laar ’. Bij het uitspreken van die tekst keek hij van onder zijn borstelige wenkbrauwen in de richting van Joan van de Laar, ook een Larinees. Vandaar wellicht de verwarring. Piet Oomes is één van de vele docenten uit de Ludgerussstal, die een onuitwisbare indruk op mij heeft gemaakt. Een kanjer op zijn vakgebied, die menig Ludgeriaan de weg heeft gewezen naar de onuitputtelijke, wonderschone wereld van de literatuur.
verder
Hans de Winter (’61-’66)
Stop/Go
PIET OOMES, ANTON COOLEN EN HERMAN VERWEY. De eerste keer dat Piet Oomes het begrip ‘ l’art pour l’art ‘ gebruikte dacht ik dat hij een anekdote over zijn woonplaats ging vertellen. Ik verstond ‘ laar-boer-laar ’. Bij het uitspreken van die tekst keek hij van onder zijn borstelige wenkbrauwen in de richting van Joan van de Laar, ook een Larinees. Vandaar wellicht de verwarring. Piet Oomes is één van de vele docenten uit de Ludgerussstal, die een onuitwisbare indruk op mij heeft gemaakt. Een kanjer op zijn vakgebied, die menig Ludgeriaan de weg heeft gewezen naar de onuit-puttelijke, wonderschone wereld van de literatuur. Op een dag in 1961 viel zijn les uit. Hij moest naar een begrafenis van een dierbare vriend. Tijdens zijn eerstvolgende les deed hij verslag van zijn tocht naar het Brabantse land. Hij was nog duidelijk aan-geslagen door het toch nog onverwachte overlijden van zijn goede vriend Antoon Coolen uit Waalre. Hij vertelde ons dat die vriend een maand tevoren op een raad-selachtige manier uit de trein was geval-len. Uren had hij bewusteloos langs de spoorbaan gelegen. Had hij zich in deur vergist? Of was hij uit de trein geduwd? Bestond er wellicht een verband met die laatste theorie en het feit dat Anton Coolen toentertijd bezig was met een reeks artikelen over het oorlogs-verleden van de DAF-directie? Tijdens een bezoek van een inspecteur aan onze school vroeg ik naar zijn mening over het genoemde mysterieuze voorval. Hij raadde mij aan over dat onderwerp in het openbaar te zwijgen… Het huis van Anton Coolen bevindt zich op korte afstand van ons onderkomen. Een indrukwekkende, onlangs gereno-veerde villa gelegen aan de rand van Waalre. Op het kerkhof van het middel-eeuwse Willibrorduskerkje is hij begra-ven. De inwoners van ons dorp hebben hem geëerd met een bescheiden monu-ment. Tegenover dat Willibrorduskerkje ligt het cultureel centrum ‘ ’t Klooster ’. Herman Verwey, een klasgenoot van de lichting 61/66, heeft ons in ‘ t Klooster een avond laten genieten van zijn optreden als verteller, dichter en zanger. Zijn gehoor hing bijna twee uur aan zijn lippen. Piet Oomes zou trots zijn geweest op zijn student van weleer. Ome Toon trouwens ook. Suaso de Lima de Prado zou meer dan de helft van zijn les aan dat optreden hebben gewijd, memorerend aan zijn eigen podiumervaring.
end text content:
Dank zij mijn fijnschrijver
Als ik wandel door de stad draag ik je in mijn binnenzak.Bij ieder plekje moet je stoppenzoals die witte poedel van driehoogoveral zijn natte neus in steekt.
Het prevelen van oude steenbelegd met plakjes eeuwigheiddoet je denken aan monniken in gebed.
Een weggewaaide paraplu tegen een winkelpui gepletde baleinen overstrekt: je ziet het in één oogopslag.
Je prikt dwars door nog jonge muren.Wat nieuw is past bescheidenheid moet zich eerst voegen. De tijdalleen de tijd gaat over houdbaarheid.
We soppen langs de waterkant.Daar blijf je kijken naar die vogelhoe hij zijn vleugels spreidt tegen de wind aanleunt.
Thuis ga ik met je aan de haal schrijf ik je fijn, tot je geen letter meer kunt zeggen. Zo heb ik woorden aan de stad gegeven.
gesprekken, boeken en lezingen openden zich voor mij nieuwe inzichten. Dit gaf mij een vernieuwend en verruimend bewustzijn. Nieuwe kennis en inzichten maken ook nieuwe keuzes noodzakelijk. Dit werkte dus ook door in mijn werk. Ik was er een tijd over-spannen door, want de vernieuwing van bewustzijn geeft ook een vernieuwing in de levensomstandig-heden. Het was een tijd van inkeer en verwerking. In die periode heb ik mijn huidige vrouw ontmoet en haar dochtertje. Er brak een nieuwe fase in mijn leven aan. Ik ging op verschillende scholen werken bij hetzelfde bestuur.
2
In gesprek met…. Gerad Schoenaker (lichting ’61-’66)
van:
Een rubriek onder
redactie van
Ton Boogmans
Poëzie van Herman Verweij
lichting ‘61 - ‘66
3
schilderen van wilde beesten helemaal te pakken. Het ‘Put-tertje’ op de vorige pagina is al van vroegere datum, maar ik voltooide het pas afgelopen maand.
Een nieuw fietstochtje, ditmaal in onze eigen rurale Achter-hoek, leverde eveneens veel materiaal op, zoals een grote verzameling Blondes d’Aquitaine die me verbaasd aanstaar-den in een vrijwel volmaakt geordende compositie.
Koeien willen graag aandacht heb ik gemerkt, momenteel schilder ik echter een mannelijk exemplaar dat me zo woest aanstaarde dat ik betwijfelde of het wel veilig genoeg was aan deze zijde van het schrikdraad. Het resultaat van deze ontmoeting is hopelijk binnenkort eveneens in olieverf op groot formaat te zien. Ondertussen krijg ik steeds meer bewondering voor Paulus Potter, die zelfs een stier, in gezel-schap van diens vriendin, verloofde dan wel echtgenote reusachtig groot (235,5 x 339 cm.!) wist vast te leggen.
Veel plezier beleef ik ook aan het eigenhandig fabriceren van zogenaamde baklijsten in vurenhout. Toch niet voor niets ooit een achtjarige avond-opleiding tot leraar handenarbeid MO-B gevolgd.
Omdat het meeste schilderwerk met paletmes tot stand komt, is er sprake van langdurige droogtijd en die kom ik dan deels zagend en schurend door. Benieuwd naar het hele plaatje voorzie ik echter al na enkele dagen de nog onopgedroogde doeken van een lijst. Al het hier getoonde werk, behalve het portret links uit 2014, was bij het fotograferen dus nog geheel onverantwoord nat. Ben namelijk een ongeduldig mannetje. Een schilder is ook maar een mens.
Jan Verheijen
4
Blz 27: Even terug in de tijd; Wim Boekholt
5
28
Als de dag van gisteren...
The red Rubies
6
24
7
door Jos Bus (’63-’66)
Wat gaan jullie daar in godsnaam de hele dag doen?
Dat was de vraag van een geschrokken medecursist van de conversatieclub Frans die net van ons gehoord had dat we op de terugweg van onze vakantie 2007 in Frankrijk een huis hadden gekocht in de Luberon. En niet een vakantiehuisje, maar een heus huis, en pierre, ruim en comfortabel, goed om ons minstens 10 maanden van het jaar te huisvesten.
- Eh bien, ontbijtje maken, krantje lezen, koffie drinken, boodschappen doen, eten koken, huishoudelijke dingetjes, een tuin aanleggen, een boek lezen, ja, wat doet een stel gepensio-neerden zoal op een dag, antwoordden wij stoer en met een knipoog.
De verbazing was natuurlijk niet in een keer over. - Maar hoe doen jullie dan met je abonnementen voor concerten en musea? (De cursisten waren allemaal lid van een museumclubje, een eetclubje, een filmclubje, hadden abonnementen van het Concertgebouw en natuurlijk de St..opera, en ga zo maar door. Maar nee, niet van de tuinclub van Judith).
Het leek wel of de mensen dachten dat ‘de cultuur’ even buiten Amsterdam, of de randstad of bij de Nederlandse grens ophoudt. Of zouden ze denken dat Frankrijk – buiten Parijs gerekend - een soort park is waar je picknickt of kampeert of doorheen dwaalt om na twee of drie weken snel weer huiswaarts te keren omdat je anders verstoken blijft van, ja, van wat eigenlijk? van files en volte overal? gedrang bij de kassa’s?, gescheld van ongeduldige fietsers?, volgebouwde snelwegen?... o nee, van ‘cultuur’ natuurlijk..
Ons nuchtere verstand bleek het bij het rechte eind gehad te hebben. De gigantische extra die je krijgt is dat je al die alledaagse dingen in een compleet nieuwe omgeving doet. Zodat de gewoonste dingen bijzonder worden doordat ze zich afspelen in een ander landschap, in een totaal ander ritme, in een andere taal. Zodat wat sleur was, avontuurlijk nieuw wordt. Tijd en ruimte krijgen hier een andere dimensie. Onthaasten is verplicht. Incroyable.
En de cultuur? Impeccable.
Alleen met de film begon het wat moeizaam. In de buurgemeenten Reillanne en Céreste draaiden films – twee keer per maand per gemeente - in de salle de fête op ouderwetse spoelen zoals wij die uit onze jeugd kenden. Halverwege even een spoel wisselen, dat soort dingen. De klapstoelen stonden bij binnenkomst tegen de muur geparkeerd en er waren kussentjes voor degenen die vreesden voor een houten kont. Het waren voornamelijk Franse films, voor ons niet te volgen, of buitenlandse films in de version française, nagesynchroni-seerd dus. Daar begonnen wij ook niet aan.
Wij waren erg blij dat er na enkele jaren in Forcalquier, een stadje op ongeveer 20 kilometer, een echte bioscoop in een voormalig kerkje werd ingericht. Twee of drie voorstellingen per dag met roulerende tijden per film door de week. En natuurlijk geen popcorn of andere shit. Daar hebben wij onze tienrittenkaart en zien zeer regelmatig uitstekende films, bijna altijd in de oorspronkelijke taal, en soms eerder dan ze in Nederland uitkomen. Is de film van Italiaanse, Deense of Spaanse makelij, dan kunnen we het verhaal vanwege de Franse ondertiteling goed volgen.
16
8
Bij velen van ons heeft het Ludgeriaans verleden onuitwisbare herinneringen achtergelaten die nu, 40 tot 60 jaar later, nog altijd voortleven.
Hieronder laten een aantal Ludgerianen ons delen in dat onvergetelijke verleden.
27
25
Beste oud-studiegenoten,
Na de opleiding, waar jullie mij hebben leren kennen als een rustige, op zichzelf zijnde persoon, ben ik teruggegaan naar Groningen, mijn geboorteplaats. Daar ben ik op tijdelijke basis in het basisonderwijs gaan werken; eerst in de provincie Groningen op een 2-mansschool voor de hoogste klassen en later in de stad Groningen in klas drie, nu groep vijf. Verder solliciteren bracht mij in Hengelo Overijssel in de toenmalige vijfde klas. Vele jaren heb ik op die school gewerkt.
Na eerst op kamer gewoond te hebben, ben ik al snel in een flat gaan wonen in Enschede. Ik was ondertussen bezig met het studeren voor de LO-akte handelskennis, met het doel later in het voortgezet onderwijs te gaan werken. Deze akte heb ik behaald. Verder had ik als hob-by’s: lezen, bridgen en zwemmen. Ik ben lange tijd lid geweest van een bridgeclub. Ook interesseerde ik mij voor andere culturen en literatuur. Door deze kennis en inzichten ont-stond een breder perspectief over menselijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Later heb ik de applicatiecursus Geschiedenis en Staatsinrichting behaald.
Daarnaast ontdekte ik bij mijzelf de behoefte aan een partner, maar voor mij bleef het lang onduidelijk, of ik op zoek zou gaan naar een vrouw of een man. Wel werd het mij duidelijk dat er binnen de seksuele geaardheid van hetero en homo vele nuances zijn, net als er veel grijstinten zijn tussen zwart en wit. Het enige wat er voor mij op zat, was het te gaan onder-zoeken.
Ik heb de keuze gemaakt om eerst met een man te gaan samenleven. Toch bleef er nog veel twijfel en onduidelijkheid bij mijzelf. Na vijf jaar met een slechte gezondheid gekampt te hebben, is mijn partner overleden. In de tussentijd waren wij, door zijn ziekte, in contact gekomen met een spiritueel genezeres en medium, Mevrouw Zohra Noach. Zij gaf ons nieuwe inzichten in het mens-zijn en adviseerde ons te gaan mediteren. De ontmoe-tingsavonden met mediteren gaven mij het gevoel van een innerlijke verbinding en deden mij zeer goed. Ik heb toen een bijdrage kunnen leveren aan het organiseren van meditatie-avonden. Vanuit haar contact met de spirituele dimensies gaf Zohra Noach vele vernieuwen-de inzichten over mens-, maatschappij- en Godsbeeld. Dit groeide uit tot een praktijk voor spirituele genezing en later tot een centrum in Hengelo. Ook daaraan heb ik een bijdrage geleverd.
Na het overlijden van mijn partner legde Zohra Noach mij uit, dat ik door blokkades in mijzelf, deze weg gekozen had, maar nu ook door bewustwording een andere weg kon kiezen. Door
Qua concerten was ik tijdens mijn werkzame jaren als muziekdocent aan het Baarnsch Lyceum behoorlijk verwend. Jaarlijks bezocht ik met belangstellende leerlingen (nooit verplicht!) zo’n 10 à 15 concerten – klassiek in alle stijlen, jazz, flamenco etc. - uit het geweldige programma van Vredenburg. De gemeente Utrecht én de school gaven een enorme korting zodat ik (en Judith ging vaak en graag als medebegeleidster mee) vele beroemde solisten, orkesten en ensembles heb gezien en gehoord.
Voor grote klassieke concerten in deze omgeving zouden we naar Aix-en-Provence moeten gaan en dat is er om een of andere reden nog nooit van gekomen (misschien juist omdat we al zo verwend waren?) We zijn daar wel regelmatig maar dat heeft de laatste jaren een medische achter-grond. We combineren dat ziekenhuis-bezoek wel als het Musée Granet of het Hôtel de Caumont een interessan-
17
Blz 21: Een koe is ook maar een mens; Jan Verheijen
Koeien bij de Bocholter Aa; 150 x 50 cm.
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: Al vanaf het begin heb ik veel plezier gehad in atletiek en natuurlijk was ik lid van HIOS. Ik vond het altijd fijn om ’s avonds na het studie-uur nog even te gaan hardlopen met o.a. Martin Linthorst en Jos Peters. We gingen in de winter altijd met veel plezier naar crosses en ’s zomers naar de atletiekwed-strijden. We gingen zoveel mogelijk op de fiets naar b.v. Utrecht en Zeist. Ik vond speerwerpen en kogelstoten erg leuk, al was ik er niet goed in. Eén voorval is me altijd erg bijge-bleven
verder
Jan Vroonhof (lichting ’62-’67)
Al vanaf het begin heb ik veel plezier gehad in atletiek en natuurlijk was ik lid van HIOS. Ik vond het altijd fijn om ’s avonds na het studie-uur nog even te gaan hardlopen met o.a. Martin Linthorst en Jos Peters. We gingen in de winter altijd met veel plezier naar crosses en ’s zomers naar de atletiekwed-strijden. We gingen zoveel mogelijk op de fiets naar b.v. Utrecht en Zeist. Ik vond speerwerpen en kogelstoten erg leuk, al was ik er niet goed in. Eén voorval is me altijd erg bijge-bleven. Ik zat toen geloof ik in de tweede klas. We hadden een cross in Bussum. Meestal eindigde ik in de achterhoede. Maar die keer verloor ik bij de start mijn bril. Ik moest toen stoppen, terug lopen en mijn bril oprapen. De andere lopers waren inmiddels natuurlijk al een heel eind verder. Ik was toen zo kwaad op mezelf, dat ik ontzettend hard ben gaan lopen en zowaar zesde werd, wat voor mijn doen heel erg goed was. Een andere gebeurtenis (uit klas 3 of 4) waar ik nog steeds prettige herinneringen aan bewaar, is de volgende. In die tijd waren er regelmatig dansavondjes met de studentes van de Agneskweekschool in Amersfoort. Af en toe kwamen ze naar ons in Hilversum en soms gingen wij daarheen. Ik vond het altijd erg spannend met de meisjes. Op ‘n keer gingen we weer met een aantal jongens naar Amers-foort, uiteraard op de fiets. Het was zó gezellig en ‘t was zulk mooi weer, dat we besloten om ’s nachts nog wat in Amers-foort te blijven. ’s Morgensvroeg terug fietsen viel niet mee! Bovendien maakten we ons al zorgen over hoe we binnen zou-den kunnen komen. Verschillende jongens wisten dat wel, heb ik later wel eens gehoord. Maar goed, wat bleek: het was half zeven ’s morgens en de deur was al open! Dus geen gedoe met aanbellen enz. We zijn toen maar snel ons bed inge-doken!
Stop/Go
end text content:
door Wim Boekholt
Een rubriek onder
supervisie van
Hennie Bouwhuis
De Aartsbisschoppelijke kweekschool
EndFragment
Koeien bij Anholt; 150 x 50 cm.
te tentoonstelling heeft, zoals laatstgenoemde op dit moment een expositie van werken van de impressionist Sisley.
Even terug in de tijd
Eind jaren 60 veranderde de kweek-school in Pedagogische Academie en het bord dekte niet meer de lading. Dan kan ik het bord net zo goed weghalen, dacht Alfons en aldus geschiedde. Toen hij bezig was het bord los te schroeven, kwam frater Tovenaar eraan. “Frater Tovenaar?”, vroeg ik verbaasd. Dat was die frater die “strijker” was, helderziend en kon hypnotiseren. Wij herkennen natuurlijk allemaal frater Lebuinus. Waar hij mee bezig was, vroeg de Tovenaar. Alfons mompelde een excuus, staakte zijn werkzaamheden, maar heeft later alsnog het bord geconfisqueerd.
Hij heeft het eerst nog voor een krat bier verkocht aan Janneke Strengers, lerares drama, maar later weer terug-gekocht voor een fles wijn. Nu hangt het pontificaal in zijn studeerkamer boven zijn bureau (in Luttenberg of all places).
Ton Boogmans
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: THE BYRDSHet is juli 1965. We zijn in Londen, een groep van een stuk of vijftien Ludgerianen. We kamperen op het sportveld van een school in Clapham. Een aantal jongens ligt ‘s nachts in een slaapzak op de keiharde vloer van het natuurkundelokaal. Ik ook. Voel het nog steeds. We zijn met een stuk of acht klasgenoten en trekken veel samen op tijdens de verkenning van de wereldstad.
verder
Gijs Eijsink (lichting ’61-’66)
Stop/Go
THE BYRDSHet is juli 1965. We zijn in Londen, een groep van een stuk of vijftien Ludgerianen. We kamperen op het sportveld van een school in Clapham. Een aantal jongens ligt ‘s nachts in een slaapzak op de keiharde vloer van het natuurkundelokaal. Ik ook. Voel het nog steeds. We zijn met een stuk of acht klasgenoten en trekken veel samen op tijdens de verkenning van de wereldstad. Voor mij is het al de tweede keer. De eerste keer (in 1963) was me zo goed bevallen dat ik me nog eens op het lijstje van organisator frater Reinaldus had laten zetten. Jullie herinneren hem als de leraar fysica. Aardige man, bijzondere persoon-lijkheid met een oorlogstrauma. Hij nam ons mee naar Londen, waarna je hem nauwelijks nog zag. Toch genoot hij van het jaarlijkse tripje met aanstaande onder-wijzers die een beetje wereldwijsheid wel konden gebruiken. Terug naar een mooie julidag in ‘65. Mijn klasgenoten willen niet wachten tot ik klaar ben als dienstdoende corveeër en vertrekken alvast naar het centrum. Ik zal hen op Piccadilly Circus terugzien. Ook Anton Vernooij - van de één jaar oudere lichting - moet corvee doen. Als we klaar zijn, pakken we de metro in Clapham-South en zoeven naar Piccadilly. Daar aangekomen is nergens een klasgenoot te bekennen. Anton en ik gaan op het middenpleintje op de trappen zitten van de Eros-fontein en wachten. Ik koop een trosje druiven en voer daar ook de opdringerige duiven af en toe van. Een kwartiertje verder stopt voor onze neus een viertal vrachtautootjes en in een mum van tijd wordt het plein afgezet met dranghekken. Een meneer met een koptelefoon in de hand verzoekt ons en de andere mensen die op de trappen rond de fontein zitten, te blijven zitten. Over een klein half uur zal een tv-ploeg wat opnames komen maken van een bekende popgroep. Hij wil de entourage daarvoor in stand houden. Anton en ik vinden het prima. ‘We gaan ons tv-debuut maken’, lacht Anton. We volgen de voorbereidingen van de kabeltrekkers, cameramannen en hun col-lega’s en wachten af. Na een half uur stoppen er twee motor-agenten en een paar taxi’s. Uit de karakteristieke Austins springt een vijftal twintigers. Ze worden naar het midden-plein geleid en gaan waarachtig pal achter Anton en mij op de trappen zitten. Aan de andere kant van het plein verschijnen ineens uit alle hoeken en gaten tientallen jongens en meiden, maar ook volwas-senen. Ze stuiten echter op de drang-hekken en een cordon aan bobby’s. De camera’s draaien, ik kijk voorzichtig achterom en vraag aan de jongeman met een vierkant zonnebrilletje waarom hij en zijn kompanen worden gefilmd. ‘Dat is vanwege onze eerste plaats op de Engel-se hitparade’, antwoordt hij. Ik vraag Anton of hij de groep kent. Hij weet het niet. Ik wil het graag weten en vraag het de popmuzikant achter me. ‘We are the Byrds.’ ‘Ah’, zeg ik, ‘van Mister Tambou-rine Man.’ ‘Ja. En daarom zitten we hier, want het is een grote hit in Engeland.’ De cameraman staat het gesprekje van dicht-bij op te nemen. ‘Blijven jullie lang hier?’ ‘Nee, we vliegen vanavond naar Parijs.’ Een paar minuten later vertrekken de jongens weer per taxi. De dranghekken worden opgeladen en het leven op Piccadilly Circus wordt weer normaal. Een paar dagen later is het weer raak en bevinden we ons tussen een massa mensen die afgekomen is op de première van de film Help! en de presentatie van de gelijknamige LP. Ik heb vanaf een stenen paaltje een deel van John Lennons hoofd kunnen zien. Ook mooi! Maar pas later besefte ik dat ik tijdens het reisje van Reinaldus naar Londen had zitten praten met de grote Roger McGuinn en dat de knieën die daar op Piccadilly Circus tegen mijn rug duwden, de knieën waren van David Crosby. Dat Gene Clark pal achter Anton had gezeten en Chris Hillman en Michael Clarke naast hem. En uiteraard dat ik ook nog een glimp had gezien van de grote John Lennon. Mooie herinnering, ik weet ‘t nog als de dag van gisteren. Jammer genoeg kan ik de foto van Anton en mij op Piccadilly nergens meer vinden. De plek in het Ludgerus-album is leeg. Ik heb nog wel een foto van exact dezelfde locatie, waar ik op sta met een aantal klas- genoten. V.l.n.r.: Fons Amsing, Piet Weevers, Jos Bus, Jan Groenewoud en ik. Plus een ‘scherpe’ foto van de presentatie van Help! EndFragment
end text content:
Aquitane koeien bij Etten; 150 x 50 cm.
2: VAN NERGENS NAAR ERGENS
Wie heeft de openingszin: "Ken ik jou niet ergens van?" niet ooit zélf gebruikt of is er wel eens het slachtoffer van geworden? Is er ergens een fantasielozere manier om een gesprek te beginnen waarin dan ook nog dat inhoudsloze woordje ergens voorkomt? Dat moet toch ergens beter kunnen?
Als ik érgens een hekel heb, dan is het wel om bij een uiteenzetting ergens omheen te draaien en niet duidelijk ergens op aan te koersen. Het moet wel ergens over gaan, opdat de lezers ergens aan hun trekken komen. Ik vind daarom dat het in dit betoog ergens hel-der moet worden wat de betekenis en de zin is van die twijfelachtige taaluiting ergens.
Ik wil niemand ergens voor op laten draaien, maar de Dikke van Dale maakt er zich met zijn vage betekenisomschrijving ( in zekere mate, op zekere hoogte, om het even waar, waar dan ook ) ergens ook maar met een Jantje van Leiden vanaf. Het feit dat het om ‘n bijwoordelijke bepaling of bijwoord van plaats gaat, maakt ergens de zaak ook niet duide-lijker. En als je uiteindelijk niet verder komt dan wat vage omschrijvingen, dan ga je bij de zin van dat hele onderzoek wél ergens vraagtekens plaatsen!
Opnieuw laat de Nederlandse Taal ons ergens in het ongewisse over de correcte inhoud van een woord. Maar als ik mij ergens in vast bijt, dan wil ik het ergens ook tot op de bodem uitgezocht hebben om er niet van beschuldigd te worden ergens onderuit te willen komen. Maar voor je het weet raak je ergens in verzeild, waarvan achteraf blijkt dat het ergens totaal geen zin had om eraan te beginnen.
Bericht uit de Provence (3)
Waarom wordt zo’n vage taaluiting zo veelvuldig gebruikt? Érgens hebben wij van onze eigen taal geen hoge pet op, want dan zouden we wel ergens anders mee zijn gekomen. Toch kan ik me ergens wel voorstellen dat dat het handig is om iets in je vocabulaire te hebben, dat je altijd wel ergens kwijt kunt. Als een soort stoplap, waarmee je de hiaten in je woordenschat kunt opvullen. Ergens is dat ook de enige functie die ik voor dit soort nietszeggende bladvulling kan bedenken. Nou ja, op die manier is het woord toch nog érgens goed voor!
Persoonlijk als zodanig had ik de verwachting dat we er ergens wel uit zouden komen en dat ik jullie ergens mee had kunnen verrassen, zodat ik ergens prat op zou kunnen gaan. Maar als dat niet lukt, moet je dat ergens toegeven. Je moet wel érgens een grens trekken.
Als u deze weinig succesvolle poging om duidelijkheid te verschaffen omtrent het onderhavige woord niet kunt waarderen, dan heb ik daar ergens schijt aan, al vindt u dat dan waarschijnlijk wel ergens weer niet zo netjes uitgedrukt. Ik heb daar ergens wel begrip voor, maar nu het leed al is geschied, doet dat er ergens weinig meer toe.
PS: Spreken is zilver… maar zwijgen is goud! Misschien had ik in dit jubileumnummer beter mijn mond kunnen houden! Mocht u er ergens moeite mee hebben dat bij deze kritische woordbeschouwing de naam van de auteur nergens vermeld staat: Ik weet in ieder geval nergens van!
Portret van mijn
oudste dochter Henrike; 50 x 150 cm.
in ‘handmade' baklijst
20
SPOTLIGHT OP HET UITZONDERLIJK ALUMNI-BLAD H3, verwekt en opgevoed door de voormalige Ludgerjaargang 1962-1967
Gerard B. Kosse
LUSTRUMEen lustrum is een periode van vijf jaar óf het vieren van het einde van een periode van vijf jaar óf een periodieke activiteit in vijfvoud. Daarom is dat woord heel toepas-
selijk voor onze eigen Ludger jaargang 1962-1967. Immers, dit jaar vieren we tijdens de reünie van 29 september het levensrich-ting bepalende feit dat we op die datum precies 50 jaar geleden afscheid namen van Sint Ludgerus: het Opleidingsinstituut en Internaat dat ons gedurende 5 jaar intensief vormde om als r.k. opvoeder c.q. onderwijzer Verzuild Neder-land in te gaan en ons daar verder te ontwikkelen tot vakman en steunpilaar van een - veelal dorpse - gemeenschap in ons land. Niets leek er in 1967 op te wijzen dat we na ons vertrekmoment nog veel van elkaar zou-den vernemen. Wijlen Herman de Groot deed een originele poging om met elkaar in con-tact te blijven in de vorm van een nieuwsbrief waarin we onze belevenissen konden neer-pennen. Echter, zijn Bulle 5 stierf al snel een stille dood bij gebrek aan kopij en ‘n up-to-date adressenbestand…
WEER IN ZICHT: HILVERSUM 3 (H3) VIERT ZIJN 5e EDITIE-LUSTRUMNiemand had kunnen bevroeden dat we weer in elkaars zicht zouden komen. Echter, de situatie blijkt nu, 50 jaar na Ludgerus, totaal anders te zijn dan in 1967. We constateren dat het jonge clubblad van onze Ludgerjaargang 'Hilversum 3' vanaf september 2010 al weer 25 keer verscheen. En dat is zéér uitzonderlijk, omdat we geen echte Alumni vereniging of andere, soortgelijke club hebben opgericht. Die afwezigheid van clubs van afgestudeerden is trouwens tekenend voor bijna alle sectoren in ons land.
ONTMOETINGSPLATFORMH3 leverde nu al 25x een platform om elkaar schriftelijk te ontmoeten: face-to-face. Ondanks het feit dat schriftelijke ontmoetingen veel beperkingen kennen, vind je in ons blad veel opmerkelijke zaken die veelal kenmerkend zijn voor persoonlijke ontmoetingen ‘in the flesh’. Ik doel op verhalen over onze huidige activiteiten en belevenissen, kunstzinnige uitingen, visiestukken en soms ook enkele openhartige levensverhalen die de kern van ons menszijn raken, omdat ze gaan over liefde, seksualiteit, verdriet, religiositeit, de dood en onze dubbelhartige moraal. Ook komt in die vele bijdragen naar voren dat onze reislustige Jaargang gekenmerkt wordt door veel interesse in de medemens en compassie.
Vooral dat laatste, die compassie, valt me op: heel veel Jaargenoten blijken nog actief en bewogen in het maatschappelijk en cultureel leven te staan. Een groot verschil met de ons voorgegane generaties 70-jarigen!
Hilversum 3 laat zien dat we véél vrijwilligerswerk verrichten. Uit de ingezonden artikelen blijkt dat sommigen cultureel erfgoed redden, anderen schooltjes en complexe ontwik-kelingsprojecten in Afrika steunen, weer anderen gehandicapte kinderen paard laten rijden, analfabeten helpen om geletterd te worden, de geschiedenis van hun regio in beeld brengen, kids en anderen helpen bij het sporten, een actieve rol spelen in religieuze en levensbeschouwelijke ceremonies en nog in groepsverband zingen of muziek beoefenen.
30
11
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: end text content:
de fraters geen witte spijkerbroek dragen. Dat was te provocerend. Voor wie? Voor de meisjes? Of de fraters? De meisjes vielen als een blok voor Gerad. De fraters ook?
Mocht de spijkerbroek dan een struikelblok zijn, de optredens waren dat niet. Op mijn vraag of de school geen hinderpaal was voor zijn optredens, zei hij dat hem geen strobreed in de weg werd gelegd. Hij trad meermalen per weekend op, zelfs tot in Duitsland. Gerad voegde er enthousiast aan toe dat hij het op school zelfs erg naar zijn zin heeft gehad. Hij voelde zich als een vis in het water. Ik stond perplex. Hoe kon een vrije, creatieve geest van de beatgene-ratie zich nou thuis voelen op een streng gereglementeerde opleiding? (Ik spreek uit erva-ring) Het antwoord was verrassend eenvoudig: hij kwam uit een nog strenger rooms-katholiek boerenmilieu uit de Achterhoek. Hilversum betekende vrijheid! Sterker nog: Hilversum lag in het Gooi, bakermat van de moderne muziek, land van bandjes en studio’s, van radiozenders en van “Tijd voor Teenagers”. Het walhalla voor Gerad. Muziek was Gerads passie en als zestienjarige dacht hij niet: ik ga naar Hilversum, maar ik ga naar het Gooi, naar de muziek!
Op Ludgerus kwam hij als zanger bij The Red Rubies, kweekvijver van muzikaal talent. Zijn zangtalent bleef niet onopgemerkt en hij werd gevraagd om het Hurricane Combo te versterken. Omdat er al teveel bandjes aan de weg timmerden met Hurricane in hun naam, werd de naam veranderd in Les Baroques.
Een pakkende en opvallende naam. Eentje die beter bij hun status van toekomstige hitband zou passen.
Een topband was geboren. Met een composi-tie van Gerad, “Such a Cad am I”, werd de hitlijst bestormd. Maar liefst 15 weken stond het nummer in de Top 40. Ze werden zo groot dat ze zelfs werden uitgenodigd voor het prestigi-euze Grand Gala du Disque.
21
Blz 11: Poëzie van Herman Verweij
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: DANSEN In “De Stad Gods”, gelegen op een landgoed van de liefdevolle zusters Augustinessen -en wat nu doorkruist wordt door een snelweg die de overloop-dorpen van Amsterdam, Lelystad en Dronten, met Utrecht verbindt- woonden tevens de pubermeisjes die uit de ouderlijke macht in Den Haag en omstre-ken waren ontzet. De zusters vonden het een goed idee om wekelijks op zondag een dansavond te organiseren voor de meiskes en daar de leerlingen van de Ludgeruskweekschool bij te betrekken. Op deze manier probeerden ze de hen toevertrouwden in contact te brengen met beschaafde jongens en daarmee kennis te laten met een sociale realiteit die anders was dan dat wat de meiskes thuis ervoeren.
verder
Piet Dingemans (lichting ’63-’67)
DANSENIn “De Stad Gods”, gelegen op een landgoed van de liefdevolle zusters Augustinessen -en wat nu doorkruist wordt door een snelweg die de overloop-dorpen van Amsterdam, Lelystad en Dronten, met Utrecht verbindt- woonden tevens de pubermeisjes die uit de ouderlijke macht in Den Haag en omstre-ken waren ontzet. De zusters vonden het een goed idee om wekelijks op zondag een dansavond te organiseren voor de meiskes en daar de leerlingen van de Ludgeruskweekschool bij te betrekken. Op deze manier probeerden ze de hen toevertrouwden in contact te brengen met beschaafde jongens en daarmee kennis te laten maken met een sociale realiteit die anders was dan dat wat de meiskes thuis ervoeren. De aantredende jonge adolescenten, wier gonadale hormonen door hun aderen gierden, gingen grif op dit aanbod in, maar vergisten zich steeds in de kwaliteiten van de altijd vriendelijk blijven-de zusters, die bij alles wat als uitgang naar de omliggende bossen gedefinieerd kon worden, zich als een verklede engel Gabriel, de Adam en Eva terug chaperon-neerde naar de danszaal, de hunkerbun-ker van de Stad Gods. In de zoektocht naar een adequater dansgelegenheid om meisjes te ontmoeten, kwamen Jacques Rengelink, Maus Eijgendaal en Piet Dingemans op het idee om nader kennis te maken met Eemeroord, een gelegenheid waar ‘INA’s’ en verpleegkundigen in opleiding de mensen met, wat nu heet een ‘licht’ ver-standelijke beperking en tot op het niveau van ‘idiotie’, begeleidden. Het lag wat verder weg, wel in de bossen, richting Baarn te midden van de vloeivelden van de Hilversumse gemeentelijke rioolrei-niging, een combinatie die qua fantasie-mogelijkheden te wensen overliet. Het liep uit op een carnavalsavond, waarbij de afspraak werd gemaakt dat de heren, wat er ook zou gebeuren, het hele carna-valsfeest zouden afmaken en eventueel de nacht - als het dan toch niet anders kon, omdat de zijdeur van het klas-lokalengebouw aan de voorkant om 24.00 uur echt op slot ging - buiten zouden doorbrengen, om naar ons bedje terug te keren om 8.00 uur, als de deur weer openging. En zo gebeurde. Jacques kwam er in fraterspij, stond hem goed, zijn latere vrouw Anneke tegen, waar hij meer dan smoor op bleek (en bleef) te zijn. En Maus, in blauw pak met bolhoed en Piet in zijn spijkerbroek met zijn ‘mean and lean’ aangetekende snorretje, waren ‘de Stad Gods’ eindelijk ‘voorbij’. We pro-beerden koffie of iets mogelijks warms te ronselen in het Centrum in vol ornaat. Maar het werd wel nachtelijk kamperen onder een flonkerende sterrenhemel op de parkbanken van Lapersveld, toen nog park tegenover Sportpark Hilversum, waar we politie al bibberend om het park probeerden te leiden, waarna we schichtig om acht uur op zondagochtend -waarbij we geacht werden te zingen in het koor van Polycarpus tijdens de zondagse hoofdmis- ons bedje, alleen, opzochten.
Stop/Go
end text content:
Je kunt het een ‘verslaving’ noemen, ik hou het op verknocht, toegewijd zijn aan of des-noods behept zijn met. Ik heb het over mijn affectie met het grootste fruitconcern van de wereld: Apple of Macintosh. Sommigen krijgen bij het horen van alleen het woord al spon-tane braakneidingen, ikzelf werk er nu ruim zevenentwintig jaar mee. Nooit iets anders gehad ook. Laten we de discussie laten voor wat ie is: alle computers zijn gelijk, maar Apple is iets meer gelijk dan andere.
De aflevering van H3 die nu je 70+ Ludgerushart sneller laat kloppen, is er op in elkaar gezet en ik mocht van Harrie ook enkele kunstjes van mezelf toevoegen. Bij dezen:
14
Nu doet hij dat nog in één koor en hij kan, naar eigen zeggen, nog iedereen met zijn stem omver blazen als het moet.
Johan Derksen, die van de ‘genuanceerde'
uitspraken – wie kent hem niet – heeft de Nederpopscene nieuw leven ingeblazen en daarover een boek geschreven. Daarvoorheeft hij o.a. Gerad in Bergen opgezocht en geïnterviewd. Tevens was hij bij Gerad en Yvonne, Gerads vrouw, thuis vanwege het TV programma “Derksen on the road.”
Vijfentwintig Hilversum 3-uitgaven geleden was er niets; nou ja alleen Harrie. Die had een reünie georganiseerd om oudere mannen middels een ‘feest van herkenning’ met hun gedeelde verleden te confronteren en te vermaken. Maar op de reünie waren we niet alleen om herinneringen op te halen, want Harrie had diepere bedoelingen en keek ook vooruit! Hij stelde op de reünie voor een nieuwsbrief te maken die aan het herbeleven een plek zou kunnen geven en de mogelijkheid zou bieden tot eventuele hernieuwde kennismaking. Ik heb al die vijfentwintig nummers nog eens doorgekeken. In hoog tempo, dat wel, en was verrast hoe kleurrijk en afwisselend de inhoud bij me overkwam. De veelsoortigheid was opvallend; het redactionele enthousiasme van Harrie had bij velen ertoe geleid een bijdrage te leveren. En Harrie ging onvermoeid door; geheel in zijn ‘eentje’ heeft hij al die vijfentwin-tig nummers redactioneel gedragen en ook vormgegeven. Chapeau!! Die man geloofde in wat hij had bedacht. Door zijn toedoen kwamen we, jongens van toen, eerst op de reünie, toen in de Nieuwsbrieven en later in de Hilversum 3, elkaar opnieuw tegen.
Blz 16: Als de dag van gisteren
Enkele platenhoezen van de band
Van de eindredacteur
22
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: FRATERSFIETSHet staat me nog helder voor de geest. Het was avond en mijn zus uit Laren belde. Ze vroeg of ik op de kinderen kon passen. Dit vergde wat overleg, temeer omdat ik ’s avonds laat thuis zou komen, maar uiteindelijk vond Frater Polycarpus het goed. Snel aan werk, want de studieopdrachten voor de volgende dag moesten klaar. Na het avondeten heb ik nog even gewacht, anders zou ik veel te vroeg in Laren zijn, want het was voor mij als oppas wel handig als de kinderen eerst maar op bed lagen,
verder
Karel Andringa (lichting ’62-’67)
FRATERSFIETSHet staat me nog helder voor de geest. Het was avond en mijn zus uit Laren belde. Ze vroeg of ik op de kinderen kon passen. Dit vergde wat overleg, temeer omdat ik ’s avonds laat thuis zou komen, maar uiteindelijk vond Frater Polycarpus het goed. Snel aan werk, want de studieopdrachten voor de volgende dag moesten klaar. Na het avondeten heb ik nog even gewacht, anders zou ik veel te vroeg in Laren zijn, want het was voor mij als oppas wel handig als de kinderen eerst maar op bed lagen, zo oordeelde mijn zus. Het was ongeveer kwart over zeven, tijd om te gaan. Toen ik bij mijn fiets kwam, schrok ik. Ik had een lekke band. Na enig rondvragen bleek niemand een geschikte fiets voor mij te hebben, er moest namelijk wel licht opzitten voor de terugreis in het donker. (Het onderhoud van fietsen was bij ons studenten uiteraard het sluitstuk van de begroting). Ten einde raad heb ik de “damesfiets” van Frater Polycarpus gevraagd. Hij bleek bereid mij te helpen. Sterker nog, ik kreeg de sleutel van de deur mee, dan kon ik ’s nachts weer binnenkomen. De fiets moest ik in de gang zetten. Snel naar Laren geracet. Het voelde wat onstabiel op zo’n fiets zonder de “herenstang” ertussen. De volgende ochtend schoot ik frater Polycarpus aan om hem te bedanken voor het gebruik van zijn “damesfiets”, maar dat schoot hem in het verkeerde keelgat. “Zeg Karel”, zo verbeterde hij mij, “ik heb geen damesfiets, maar een fratersfiets”. De boodschap was duidelijk. Dus voor de goede orde: er zijn heren-fietsen, damesfietsen en gender-neutrale fietsen. Toen al…
Stop/Go
end text content:
Caption Style it works the same with all jquery version from 1.x to 2.x use jssor.slider.mini.js (39KB) or jssor.sliderc.mini.js (31KB, with caption, no slideshow) or jssor.sliders.mini.js (26KB, no caption, no slideshow) instead for release jssor.slider.mini.js = jssor.sliderc.mini.js = jssor.sliders.mini.js = (jssor.core.js + jssor.utils.js + jssor.slider.js) Jssor Slider Begin You can move inline styles to css file or css block. Loading Screen Slides Container 4Ch
ThumbnailNavigator Skin Begin ThumbnailNavigator Skin End Bullet Navigator Skin Begin jssor slider bullet navigator skin 01 bullet navigator container bullet navigator item prototype Bullet Navigator Skin End Arrow Navigator Skin Begin Arrow Left Arrow Right Arrow Navigator Skin End slideshow Trigger
Jssor Slider End
Redactie: Harrie de Valk, Frits le Roux, Hennie Bouwhuis en Ton Boogmans
Lay-out: Jan Verheijen
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: In de jaren zestig wilde ik altijd pastoor worden. Zijn invloed was in ons dorp nogal groot. Hij vond dat ik naar een goede, katholieke kweekschool moest en dat gebeurde dan ook. De eerste morgen op het internaat aan het ontbijt gebeurde het volgende: als braaf, katholiek jongetje was ik gewend voor het eten te bidden Toen ik mijn ogen weer opende, was al het beleg op. De volgende morgen besloot ik dit om te draaien: eerst brood beleggen en dan bidden. Om nu te zeggen dat ik daar het bidden heb afgeleerd, gaat te ver. Het werd minder frequent en intensief. Achteraf goed dat ik geen pastoor ben geworden: dan waren er wel drie mooie meiden op de wereld minder geweest.
Cees Wessels (lichting ’62-’67)
verder
In de jaren zestig wilde ik altijd pastoor worden. Zijn invloed was in ons dorp nogal groot. Hij vond dat ik naar een goede, katholieke kweekschool moest en dat gebeurde dan ook. De eerste morgen op het internaat aan het ontbijt gebeurde het volgende: als braaf, katholiek jongetje was ik gewend voor het eten te bidden Toen ik mijn ogen weer opende, was al het beleg op. De volgende morgen besloot ik dit om te draaien: eerst brood beleggen en dan bidden. Om nu te zeggen dat ik daar het bidden heb afgeleerd, gaat te ver. Het werd minder frequent en intensief. Achteraf goed dat ik geen pastoor ben geworden: dan waren er wel drie mooie meiden op de wereld minder geweest.
Stop/Go
end text content:
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: Schijn beloont! De zomer van 1969 is bloedheet! De Heren-5ejaars van dat jaar boffen niet. Zuchtend en zwetend hangen ze boven hun boeken om in september de zo begeerde hoofdakte te halen. Leo Steinmijer en ik studeren dat hele jaar al samen. Leo komt uit Ootmarsum. We wonen beiden in Baarn. Leo op kamers bij zijn nicht en haar man en ik bij mijn ouders. De ene week studeert Leo bij mij en de andere week ik bij hem. Dat ritme besluiten we in die snikhete zomer-vakantie voort te zetten, met dit verschil dat de Leo-week in Ootmarsum is.
Wim Koppen (lichting ’64-’69)
verder
Schijn beloont! De zomer van 1969 is bloedheet! De Heren-5ejaars van dat jaar boffen niet. Zuchtend en zwetend hangen ze boven hun boeken om in september de zo begeerde hoofdakte te halen. Leo Steinmijer en ik studeren dat hele jaar al samen. Leo komt uit Ootmarsum. We wonen beiden in Baarn. Leo op kamers bij zijn nicht en haar man en ik bij mijn ouders. De ene week studeert Leo bij mij en de andere week ik bij hem. Dat ritme besluiten we in die snikhete zomer-vakantie voort te zetten, met dit verschil dat de Leo-week in Ootmarsum is. Ootmarsum is een heel gezellig, toeristisch stadje. We vermaken ons daar kostelijk. De studie staat op een erg laag pitje. Als de wroeging daarover te groot wordt gaan we over tot drastische maatregelen. We stellen een tropen-rooster in en besluiten ons werkterrein te verplaatsen naar de koele, saaie schuur van broer Jan aan de rand van het stadje. En zo gebeurt het dat we op een goeie ochtend rond 06.00 uur, boeken onder de arm, door het nog slapende stadje strompelen op weg naar meer studie resultaat. En dan gebeurt het………….. Wie staat daar op het terras van het plaatselijk hotel, kopje koffie in de ene en sigaartje in de andere hand, onze directeur en tevens pedagogiekleraar: Frater Steggink! “Goedemorgen jongens, waar gaat dat zo vroeg naar toe?” Het is verwonderlijk hoe snel we van humeurige, half-slapende, slappe kwekelingen veranderen in pittige, ijverige studenten, die graag uitvoerig over reeds vergaarde en nog te behalen kennis verhalen. “Ja, zo’n hoofdakte is niet niks. Daar moet je wat voor over hebben!”, besluiten we schijnheilig. In Jans schuur halen we eerst nog wat slaap in om rond 10.00 uur naar het zwembad te gaan. Immers, ons tropenrooster geeft vrij van 10.00 – 16.00 uur. Wat schetst onze verbazing dat we in het zwembad ook de blote, witte, bolle buik van onze directeur ontwaren. Ook hij bestrijdt de hitte met een dagelijks bezoek aan het zwembad. Dat maakt ons zwembadleven er niet makkelijker op. Hij mag ons beslist niet zien. Dus pas het water in als hij er net uit is. Zo ver mogelijk uit zijn buurt, maar hem wel blijven volgen. Lastig…zo’n zwemmende directeur. Om 16.00 uur zijn we weer terug in de schuur voor nu toch echt een uurtje studeren. Als we rond 18.00 uur langs het hotel lopen, boeken onder de arm, staat Steggink weer op het terras. “Zo, zo jongens… lange dagen… petje af hoor!!” Met een bescheiden: “Ach ja frater, nog een paar weken volhouden….Voor u een fijne vakantie gewenst!”, gaan we huiswaarts om na het eten lekker te ontspannen in de jongerenkroeg van Ootmarsum. Dit gebeuren herhaalt zich zo enkele keren. In september doen Leo en ik examen. Als we in een klein groepje in de kamer van de directeur staan en de gecommitteerde ons hartelijk feliciteert met het behalen van de hoofdakte, neemt Frater Steggink het woord. Graag wil hij zijn grote waardering uitspreken voor het keiharde werken van Steinmeijer en Koppen! “Bravo jongens….petje af!” In 2011 neem ik als directeur van de Kees Boekeschool afscheid van het onderwijs en heeft mijn team een nostalgische tour bedacht, waarbij we ook de Ludgerus Kweekschool aan doen. Daar worden we ontvangen door mijn goede vriend Hans Schrijvers in de gedaante van Frater Polycarpus. Leo Steinmijer is er ook. Van “Polycarpus” krijgen wij de opdracht om de zwembadscene nog één keer voor mijn team te spelen op het Openluchttheater. De bijgevoegde foto is van dit optreden. Links Leo, midden Wim en rechts Hans.
Stop/Go
end text content:
25 x Face to face
Een koe is ook maar een mens
In de periode waarin de niet-bevoorrechten, de werkenden dus, zich wijdden aan vakantiegenoegens zocht ik nieuwe inspiratie voor mijn schilderijen. Tijdens een mooie fietstocht langs de Bocholter Aa, een bekend water in onze contreien, passeerde ik een tros koeien, badend in de zon en in deze Duitse rivier. Gecharmeerd door de schilderachtige aanblik van de ongediplomeerde en flink uit de kluiten gewassen pootjebaders trok ik mijn camera te voorschijn en legde een aantal momenten vast voor later. Ik zag mezelf tot dan toe uitsluitend als portretschilder, maar koeien...
Een grote groep Duitse scholieren, gezeten in vierpersoons-kano’s probeerde weinig succesvol met de stroom mee te peddelen en ook zij veroorzaakten zeer fotogenieke beelden. Fotograferen van onbekende kinderen leek me echter niet raadzaam. De wijze waarop sommigen er in het geheel niet in slaagden dezelfde richting uit te bewegen, bood genoeg stof voor visueel interessant materiaal. Ik ken echter mijn manieren en beperkte me tot het koevolk.
Na een Bocholts Italiaans ijsje keerde ik via dezelfde weg terug en daarbij begegnete ik het scholierenstel weer, nu gezeten op Fahrräder en in de richting waar ik net vandaan kwam. Zij leken er wonderwel allemaal in geslaagd de boot-jes op het gewenste eindpunt af te leveren.
Mijn koe-foto-modellen sjokten keurig achter elkaar over wat ik maar even de uiterwaarden noem, richting hun melkstal en vermoedelijk nachtelijk onderkomen. Vreemd genoeg geheel zonder dompteur, slimme beesten! Nog dezelfde avond bekeek ik op mijn Mac de beelden van deze mini-safari en koos hieruit een opmerkelijk tafereel om in de erop volgende weken in olieverf vast te leggen.
Bij een volgende ‘buitenlandse’ expeditie poseerden, niet ver verwijderd van het eerste stel weer enkele, nu zwart-witte melkkoeien en een kudde schapen. Deze foto's leidden weer tot een picturale uitspatting en ik kreeg de smaak van het
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: OLAVHerinneringen met een emotioneel randje heb ik alleen aan frater Olav. Natuurlijk waren er ook andere leraren waar ik wel wat mee had, maar met Olav had ik iets speciaals. “Jij kunt niet tekenen Frits, maar je kunt bijzonder goed camoufleren dat je dat niet kunt!” Hij moedigde me aan toch maar te proberen mijn LO-tekenen te halen, hetgeen lukte. Frater Olav betekende meer voor mij. Toen ik voor mijn hoofdacte een vette “2” van Heer
verder
Frits Le Roux (lichting ’62-’67)
Stop/Go
OLAVHerinneringen met een emotioneel randje heb ik alleen aan frater Olav. Natuurlijk waren er ook andere leraren waar ik wel wat mee had, maar met Olav had ik iets speciaals. “Jij kunt niet tekenen Frits, maar je kunt bijzonder goed camoufleren dat je dat niet kunt!” Hij moedigde me aan toch maar te proberen mijn LO-tekenen te halen, hetgeen lukte. Frater Olav betekende meer voor mij. Toen ik voor mijn hoofdacte een vette “2” van Heer Bijvoet voor mijn scriptie over Belcampo kreeg, omdat hij er vijftig taalfouten in had geteld, kwam ik in tranen van woede en teleurstelling Olav tegen op de buitencour. Ik legde hem uit dat ik nu ondanks mijn “8” voor het mondeling een herexamen zou krijgen en mijn studieplannen in Utrecht wel kon vergeten. “Ik ga met Meinardus praten,” zei hij. Hij kaartte de kwestie met overtuiging aan: “Bijvoet had wraak op mij genomen vanwege mijn desinteresse in zijn lessen!” Meinardus greep in, en liet in het bijzijn van de examencommissie mij beloven nooit geen taalfouten meer te maken, want onder die voorwaarde zou ik een “6” van Bijvoet krijgen. Olav had mijn toe-komst gered!
end text content:
23
1: VAN NIKS NAAR NERGENS
Dit stukje gaat eigenlijk helemaal nergens over. Het heeft dus weinig zin om het te lezen, want het vertoont nergens ook maar enige inhoud. Zelf ben ik die bij het nalezen tenminste nergens tegengekomen en zelfs de intelligentste lezer zal nergens iets lezenswaardigs aantreffen. Op zich is dat al een prestatie. Het is soms al moeilijk om érgens over te schrijven, maar het valt beslist niet mee om nergens over te berichten. Immers het feit dat ik van plan ben het nergens over te hebben, impliceert al dat het tóch ergens over zal gaan, nl. over de omstandigheid dat ik een nietszeggend stukje ga samenstellen. Het is een beetje te vergelijken met de situatie waarbij de buurman in een gesprek over de komende vakantieperiode overdreven nadruk-kelijk tegen je zegt: "Wij gaan dit jaar nérgens heen". Zonder verder in details te treden, maakt hij met die opmerking duide-lijk dat hij alle beslommeringen van campingleed of vliegreis-ellende lekker aan zich voorbij laat gaan en zijn vakantie rustig thuis doorbrengt. Hij gaat dus wel degelijk ergens naar toe,
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: KORBACHOp woensdag 18 mei 1966 speelden Ludgerianen van klas 3a en 3b (1963 – 1968) het pantomime stuk “En de mens, hij vluchtte voort”. De voorstelling vond plaats in de Stadthalle van Korbach, dat niet ver van Kassel ligt. Het was een van de stukken dat in die week tijdens de internationale Festspielen werd opge-voerd. Regie, leiding en organisatie waren in handen van Anton Sweers, Ome Toon. Hij was de dramadocent op de Ludgerus kweekschool en stond bij leraren en studenten in hoog aanzien. Hij had ervoor gezorgd dat deze groep door Korbach Festspielen was uitgenodigd. Zelfs het vervoer met eigen touringcar en verblijf in de Jeugdherberg waren via hem geregeld.
Jos Kloppenburg (’63-’68)
verder
Stop/Go
KORBACHOp woensdag 18 mei 1966 speelden Ludgerianen van klas 3a en 3b (1963 – 1968) het pantomime stuk “En de mens, hij vluchtte voort”. De voorstelling vond plaats in de Stadthalle van Korbach, dat niet ver van Kassel ligt. Het was een van de stukken dat in die week tijdens de internationale Festspielen werd opge-voerd. Regie, leiding en organisatie waren in handen van Anton Sweers, Ome Toon. Hij was de dramadocent op de Ludgerus kweekschool en stond bij leraren en studenten in hoog aanzien. Hij had ervoor gezorgd dat deze groep door Korbach Festspielen was uitgenodigd. Zelfs het vervoer met eigen touringcar en verblijf in de Jeugdherberg waren via hem gere-geld. Het was een indrukwekkend stuk, waar wij ons als studenten stevig in hadden vastgebeten. Vele malen gerepeteerd in de aula van de kweekschool. Slechts één persoon sprak. Hij droeg de gedichten voor van de Hongaarse dichter Molnar. Dat was de leidraad voor de pantomime die door de groep werd uitgevoerd. Het kwartet Jan Verheijen verzorgde de zeer strakke ritmische begeleiding, waardoor de spelers en de toeschouwers nog ster-ker in de beleving werden meegenomen. Een tiran beheerste ook door middel van mime de groep en liet geen ruimte voor vrijheid en toekomst. Doelstelling en spel kwamen krachtig op het publiek over. Het was natuurlijk heel uitzonderlijk. Uit-genodigd worden voor een Internationaal festival in Korbach. Niet één, maar wel vijf nachten van “huis”. Dinsdagmorgen 17 mei vertrok de bus uit Hilversum met een 30-tal spelers en muzikanten en met Ome Toon. We waren negentien of twintig jaar, internen en externen gezamenlijk op stap. Wij voelden ons vrij en uitgelaten, hoewel het stuk dat gespeeld moest worden over angst en bezetting ging. Aan de overkant van de Stadthalle werd al snel door een deel van de groep Ludgerianen een echte Duitse Kneipe verkend. De vaste klanten daar vonden het erg gezellig dat een stel vrolijke, Hollandse jongens zich te goed deden aan het Duitse bier. Zo gauw de eerste Ludgerianen de Kneipe betraden, was het een van de vaste bezoekers die een munt in de Jukebox deed, waarna het lied “Dabei die Mühle” (de Duitse versie van het ons bekende “Daar bij die molen”) de sfeer direct naar een “hoger” niveau tilde. Meestal deed ook de kroegeigenaar een munt in het apparaat, omdat daardoor zijn omzet aardig verhoogd werd. We voelden ons er thuis. De Duitse “Gemütlichkeit" sprak ons aan. De bedoeling was, dat wij dagelijks zouden gaan kijken bij de andere internationale groepen, die ook aan het festival deelnamen. We hebben er niet veel van gezien. De aantrekkingskracht van de Kneipe was vaak te groot. Natuurlijk had Oom Toon dit ook in de gaten, maar ondanks zijn aandringen om toch ook wat internationaler gedrag te vertonen, ging het naar een negatief hoogtepunt toe. Te veel vrijheid en te veel drank. De laatste avond gingen veel van onze groep over de alcoholische grens. Op donderdagmorgen kwam de kentering en de kater. Een hevig teleurgestelde Ome Toon kon niet anders meer dan de reis en het bezoek aan Korbach beëindigen. Per onmiddellijk dienden wij onze spullen te verzamelen en naar de bus te brengen. Binnen het uur vertrok de bus uit Korbach en in de loop van de middag kwamen wij aan in Hilversum. Zo uitgelaten en vrolijk als wij waren op de heenreis, zo stil en bedachtzaam waren wij op de terugreis. Na alle vrolijkheid en vrijheid was er nu nog plaats voor schaamte en spijt. De volgende morgen begon de lesdag op de Ludgerus met een verplichte bijeen-komst in de aula. Wat hij zei, kan ik mij niet meer herinneren, maar frater Crispinus, toen directeur, wist ons op zeer tactvolle en pedagogische wijze in de hoek te zetten. Ik meen dat een ver-plichte extra lesochtend op zaterdag-morgen de straf was. Ik kan mij nog herinneren dat wij als groep in gesprek zijn gegaan met Ome Toon, om onze excuses aan te bieden. Wij merkten dat deze gebeurtenis hem een heel naar gevoel had gegeven.
end text content:
alleen al omdat het fysiek onmogelijk is om nergens heen te gaan. Nergens is ook ergens!
Uit het voorafgaande blijkt dat het in de Nederlandse taal met het woord nergens maar onduidelijk gesteld is. Het lijkt eigenlijk nergens op! Wanneer dezelfde buurman uit het eerste voorbeeld je samenzweerderig wenkt met de opmerking: "Ik wil me echt nergens mee bemoeien, maar…….", dan kun je er vergif op innemen dat hij heel uitgebreid zijn mening gaat geven over allerlei zaken die nergens toe doen. Anders heeft hij nergens tijd voor, maar nu moet hij breedvoerig uit de doeken doen dat die kinderen van de overburen nergens voor deugen en zich nergens iets van aantrekken. Zelf heb ik nergens last van, maar hij maakt van elke mug een olifant. Hij kan echt nérgens tegen.
Die laatste opmerking slaat natuurlijk ook nergens op. Mensen die letterlijk nergens tegen kunnen bestaan helemaal niet. Die zouden ook geen lang leven beschoren zijn! Nergens zin in hebben kan eigenlijk ook niet. Er valt altijd wel íets te bedenken waarin je zin hebt, al is het alleen maar om nergens zin in te hebben. Zelfs nihilisten kunnen mij er niet van over-tuigen dat ze nergens waarde aan hechten. Ze vinden immers het nihilisme op zich al heel waardevol!
Kortom, met het woord nergens kun je alle kanten op. "Behalve de goeie", voegde mijn moeder daar vroeger bij ons thuis altijd aan toe. En daarmee is het klokje rond, want zoals dát thuis tikt, tikt het nergens!
Inhoud:
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: NOOIT MEER POSTELEIN......Als ik het blaadje van de Tuinkalender 2017 omsla, valt mijn oog op het woord POSTELEIN. Er staat vermeld dat je bij nat weer hardnekkig onkruid, waaronder postelein, met de hand moet uittrekken. Mijn eerste kennismaking met postelein als groente was op de St.-Ludgerus-kweekschool in Hilversum. Op een kwade dag kregen wij kwekelingen een vreemd, zurig ruikend goedje van onbekende oor-sprong bij de aardappels en dat duidde er op dat dit de groente was.
Rien Overvelde (lichting ’59-’64)
verder
Stop/Go
NOOIT MEER POSTELEIN......Als ik het blaadje van de Tuinkalender 2017 omsla, valt mijn oog op het woord POSTELEIN. Er staat vermeld dat je bij nat weer hardnekkig onkruid, waaronder postelein, met de hand moet uittrekken. Mijn eerste kennismaking met postelein als groente was op de St.-Ludgerus-kweekschool in Hilversum. Op een kwade dag kregen wij kwekelingen een vreemd, zurig ruikend goedje van onbekende oor-sprong bij de aardappels en dat duidde er op dat dit de groente was. Voor een niet ingewijde vertel ik dat wij op het internaat twee eetzalen hadden met in totaal een 30-tal tafels waar 8 stoelen omheen stonden. Uit de leerjaren 1 tot en met 4 zaten daar twee kwekelingen op vaste plaatsen. Dat was om te kunnen zien wie er eventueel ontbrak. Klas 5 had zijn eigen eetzaal en zij aten in tegenstelling tot wij, 's avonds. Het bedienende perso-neel bestond uit Cor, die de karretjes met eten rond reed samen met Lowie. Om dat in goede banen te leiden, stond er een strenge, struise dame met de armen voor haar duidelijk aanwezig zijnde borsten gekruist, die naar de naam "Mams” luis-terde, in het midden van de zaal. .... Wij keken elkaar zwijgend aan. Na het gebed vielen wij gewoonlijk fanatiek aan om onze dagelijkse portie eten veilig te stellen. Als dat tè nadrukkelijk gebeurde, corrigeerde de tafeloudste, een 4e-klasser ons. Nu hing er een vreemde stilte in de eetzaal. Wat moesten we hiermee? Niemand wist wat het vreemde goedje was. Het dichtstbij kwam de mening dat de kok de andijvie had laten mislukken. Langzaam kwam het protest op gang. De eerste sloeg de groente over, de tweede volgde en uit solidariteit weigerde ieder-een het zure goedje. Wij verklaarden dit als niet-eetbaar! Om ons protest kracht bij te zetten schraapte iemand met het mes langs de rand van zijn bord en weldra volgde de rest. Een oorverdovend lawaai dat door merg en been ging, brak los. Wij hoorden al spoedig dat ook in de andere eetzaal het ongenoegen luidruchtig kracht bij werd gezet. De oppasfrater raakte in paniek want zijn sussende woorden sorteerden geen enkel effect en hij vluchtte de eetzaal uit......... Een luid gejuich barstte los. Na enige tijd kwam frater-directeur binnen. Hij probeerde ons te kalmeren, maar toen dat niet lukte, werden we bedolven onder een stortvloed die we tegenwoordig "one-liners" zouden noe-men. "Weten jullie wel wat voor werk mensen hebben gehad om dit klaar te maken. Weten jullie wel wat dit heeft gekost? Weten jullie wel dat er in Afrika duizenden mensen honger lijden....?" Het hielp niet. Het spreekwoordelijke hek was van de dam. Hij liet alles afruimen en het eten was gedaan. Het voelde alsof we een overwinning hadden behaald, maar de volgende dag stond dezelfde "groente" weer op tafel. Om toch een warme hap binnen te krijgen, aten we aardappels met jus en ons stukje vlees. Die middag werd er een geweldige omzet gedraaid bij de koekenkast van de KIM voordat de verplichte studie begon. (KIM betekent Kwekelingen Interesse in Missie). Was dit nou een hoogtepunt of een dieptepunt? Voor 5 jaar internaat is dat moeilijk te zeggen. Wat voor de één een hoogtepunt is geweest, was voor een ander misschien wel een dieptepunt. Het komt zelfs voor dat iemand zich dit voorval niet meer kan herinneren! Kortom, het is moeilijk te beschrijven waarom een gebeurtenis valt onder de "gouden tijd" en zo is het ook moeilijk te begrijpen dat diezelfde tijd voor een ander geleid heeft tot een blijvende beschadiging in zijn geheugen. Een hoogtepunt was onge-twijfeld de mogelijkheid om jezelf te ontwikkelen op velerlei gebied.
end text content:
copy these lines to your document: end copy text content for search engines: MEER DAN EEN TOELATINGS-TEST….vrijdag 29 juni 1962 Na een lange reis per fiets, bus en trein was het dan zover: Ik kwam vanuit het achtergebleven veendorp Slagharen aan op het overweldigende station van Hilversum, de stad die ik alleen kende van zijn twee radiozenders. Ik kwam mijn 2-dagen durend toelatingsexamen doen met de gespannen hoop op het internaat te komen van de Aartsbisschoppelijke Kweekschool St. Ludgerus… Mijn slaagkans leek klein: de directeur zei ontmoedigend dat er meer dan 250 kandidaten waren en dat er maar twee klasjes van maximaal 25 leerlingen zouden komen. Kon ik wel op tegen die jongens die ik om me heen zag? En de moed zonk me in de schoenen toen ik hoorde hoe beschaafd Nederlands sommigen spraken…. Maar de volgende dag bedacht ik dat mijn MULO-docent De Jong steeds maar herhaald had: “Je kunt het, Gerard! Zorg dat je op dat Internaat komt! Denk gewoon na. Pak elk probleem aan zoals je thuis ook alle problemen aanpakt! Dan komt alles goed!” En die aansporing kwam me prima van pas. Dat bleek meteen toen ik tijdens het Mondeling Tentamen door Reinaldus de vraag voorgelegd kreeg of het kwik in een thermometer boven een bevriezende sloot stijgt OF daalt. Ik zei dat er voor beide mogelijkheden wat te zeggen was. Maar dat ik het antwoord niet wist. En ik voegde eraan toe: “Maar ik vind het goede antwoord wel als ik in de winter zélf een thermometer boven een sloot hang”. En ik voegde er haastig aan toe dat ik zo’n duur apparaat vast wel even kon lenen van dr. Visser als hij mijn zieke moeder kwam bezoeken. Reinaldus keek me even verbluft aan en zei toen: “Zo, zo. Een proefondervindelijke geest! Dat is weer eens wat nieuws.” En binnensmonds lachend om mijn verbouwereerd gezicht: “Dat is iets goeds hoor. Zoek dat woord maar eens op. Hier is het”. En hij overhandigde me het papiertje waarop hij met een prachtige vulpen had geschreven.
Gerard Kosse (lichting ’62-’67)
verder
MEER DAN EEN TOELATINGS-TEST….vrijdag 29 juni 1962 Na een lange reis per fiets, bus en trein was het dan zover: Ik kwam vanuit het achtergebleven veendorp Slagharen aan op het overweldigende station van Hilversum, de stad die ik alleen kende van zijn twee radiozenders. Ik kwam mijn 2-dagen durend toelatingsexamen doen met de gespannen hoop op het internaat te komen van de Aartsbisschoppelijke Kweekschool St. Ludgerus… Mijn slaagkans leek klein: de directeur zei ontmoedigend dat er meer dan 250 kandidaten waren en dat er maar twee klasjes van maximaal 25 leerlingen zouden komen. Kon ik wel op tegen die jongens die ik om me heen zag? En de moed zonk me in de schoenen toen ik hoorde hoe beschaafd Nederlands sommigen spraken…. Maar de volgende dag bedacht ik dat mijn MULO-docent De Jong steeds maar herhaald had: “Je kunt het, Gerard! Zorg dat je op dat Internaat komt! Denk gewoon na. Pak elk probleem aan zoals je thuis ook alle problemen aanpakt! Dan komt alles goed!” En die aansporing kwam me prima van pas. Dat bleek meteen toen ik tijdens het Mondeling Tentamen door Reinaldus de vraag voorgelegd kreeg of het kwik in een thermometer boven een bevriezende sloot stijgt OF daalt. Ik zei dat er voor beide mogelijkheden wat te zeggen was. Maar dat ik het antwoord niet wist. En ik voegde eraan toe: “Maar ik vind het goede antwoord wel als ik in de winter zélf een thermometer boven een sloot hang”. En ik voegde er haastig aan toe dat ik zo’n duur apparaat vast wel even kon lenen van dr. Visser als hij mijn zieke moeder kwam bezoeken. Reinaldus keek me even verbluft aan en zei toen: “Zo, zo. Een proefondervindelijke geest! Dat is weer eens wat nieuws.” En binnensmonds lachend om mijn verbouwereerd gezicht: “Dat is iets goeds hoor. Zoek dat woord maar eens op. Hier is het”. En hij overhandigde me het papiertje waarop hij met een prachtige vulpen had geschreven.
Stop/Go
end text content:
Schapen bij Isselburg; 150 x 50 cm.
Blz 14: Hilversum 3; Frits Le Roux
Blz 12: Persoonlijk als zodanig gesproken; ...
Persoonlijk als zodanig gesproken
Blz 8: In gesprek met …; Ton Boogmans
Blz 5: 25 x Face to face; Gerard Kosse
Blz 4: De Aartsbisschoppelijke kweekschool; Ton Boogmans
9
Blz 2: Van de eindredacteur; Harrie de Valk
10
Waar denk je aan als je deze foto ziet? Ik bedoel niet die oude kerels, maar dat bord.
Wat schiet er allemaal door jullie hoofd? A penny for your thoughts. Ongetwijfeld zullen er een paar negatieve gedachten bij je opkomen, maar uit veel reacties, tot nu toe gehoord of gelezen, maak ik toch op dat ze overwegend positief zijn. In ieder geval gedachten die, net als het bord, nostalgisch gekleurd zullen zijn.
Hoe komen wij aan dit bord? Of liever gezegd hoe komt Alfons Clemens aan dit bord.
Even voorstellen: Alfons is van lichting ‘69 – ’72; de laatste lichting internen, dus nog ‘n kwekeling van de oude Ludgerusstempel. Begonnen in de slaapzaal en geëindigd aan de binnencour met maar liefst drie kamers: een slaapkamer, een studeerkamer en een volledig ingerichte doka. Er was toch ruimte genoeg. Heer op stand dus.
Het leven op de kweek was toen vrijer dan in onze (62-67) tijd. Je kon gaan en staan waar je wilde en een echte avondklok bestond niet meer. Althans daar moest je een beetje creatief mee omgaan, aldus Alfons.