Janmac-blog
Alderbastend gastvri-j en onmundig gemudelek
maandag 3 augustus 2015
Helemaal niks mis mee, met die Achterhoekse gastvrijheid en dat heb ik de afgelopen twee weken weer ruimschoots ervaren. Gedreven door mijn verzamelwoede fietste ik van Hellem naar Zelhem (van hot naar haar) om foto’s van mijn vader’s schilderijen te maken. Werkelijk overal werd ik ontvangen met de grootst mogelijke hartelijkheid. Niks stug en achterdochtig dat volkje bij ons. Af en toe is er slechts een klein probleempje, heel klein, maar toch… ik drink geen koffie. Nooit. Vrijwel overal wordt me deze nationale volksdrank aangeboden. Ik ben een theeleut maar dat had je al vermoed na het lezen van mijn eerdere schrijfoprispingen. “Köpke thee geet d’r altied in”, placht mijn grootmoeder te zeggen, om te vervolgen met: “da’s mao stront”. Diverse malen kwam de theepot dan ook als vanzelfsprekend op tafel, of een colaatje. Of een pilsje, samen met kersen uit Limburg…
Vanmiddag keek ik in de alleraardigste glimlach van de receptioniste bij het stadhuis van Doesburg. Voor de zekerheid had ik tevoren even opgebeld, want het was toch nog bijna vijfentwintig kilometer fietsen en ondanks het werkelijk schitterende weer kom ik graag, na nog een keer die afstand gereden te hebben, terug bij mijn computer met een of meer foto’s. Fotograferen in het gemeentehuis was in mijn geval geen enkel probleem en ik mocht zelfs helemaal op mijn uppie in de ‘Burgerzaal’ mijn gang gaan. Op verzoek kwam de bode me ook nog een keukentrapje brengen om het schilderij van mijn wensen recht van voren te kunnen vastleggen. Voor een hoogwerker moest ik een half uurtje wachten, grapte hij. Buiten had ik mijn rijwiel door middel van een zware kabel aan een bankje verankerd. Er kan immers een boel fout gaan als je je tweewielige maatje een half uurtje onbeheerd achterlaat. Het zijn namelijk niet alleen Achterhoekers die het drukke centrum van de gezellige hanzestad bezoeken.
Op de hoek Meipoortstraat-Ooipoortstraat bevindt zich een sfeervol bakkerswinkeltje waar de bakkersvrouw binnen no time een kaascroissantje zo warm wist op te stoken, dat ik het in verpakking nog enkele kilometers heb meegetorst voor ik mijn tanden erin durfde te zetten. Smaakte heerlijk trouwens.
De terugtocht ging via de overzijde van de IJssel, want ik wilde mijn buit van vandaag nog even laten zien aan het echtpaar in Drempt dat me twee dagen daarvoor zo warm had ontvangen. Daar aangekomen, had de dame des huizes een verrassing voor me: haar man en zijn broer hadden besloten dat ik de twee schilderijen die ik op beeld had vastgelegd eenvoudigweg mocht komen ophalen! Niet achterop de fiets natuurlijk.
Een schitterend gebaar. Dus mocht je je ideeën over ons Achterhoekers willen bijstellen, fiets dan een keertje met me mee als ik weer op foto-excursie ben. Laat mij dan wel het woord voeren, want ‘plat’ is meestal de voertaal. A’j geen plat kunt praoten, mo’j ’t praoten laoten, is hierbij mijn persoonlijke variant op ons regionale spreekwoord.
O ja, en de politie rijdt hier ook echt niet meer rond op een wild zwijn, mocht je dat misschien denken. Alhoewel: zie zwijntje rijden (klik)
Hiernaast zie je het product van mijn inspanningen, of beter, van die van mijn vader. Hij schilderde in 1939 een portret van jonkheer Nahuys, destijds de burgervader van de gemeente Doesburg. Het was een geschenk van de ‘Doesburgse Markt Vereeniging’ en de aanleiding hiertoe was diens 25-jarig ambtsjubileum. (gebruik de pijltjes om alle foto’s te zien)
Van de onthulling had mijn vader enkele foto’s bewaard en een artikeltje uit de
Doesburgse Courant, waarin het volgende:
Kort filmpje>>>