Jan Tekstra
Jan Tekstra
Sfeer
De muziek was vrij rustig, soms ook vrolijk en zo nu en dan intiem. Jan legde meestal voordat hij een liedje ging spelen uit waarover het ging of wanneer of voor wie hij het geschreven had. Af en toe zei hij ook: ‘Luister zelf maar, de tekst zegt genoeg.’ Dan lette je extra goed op de tekst. Het is overigens niet zo dat er een cabaretvoorstelling of iets werd opgevoerd, waar tussendoor de liedjes werden gespeeld. Het ging echt voornamelijk om de liedjes, daar werd de nadruk op gelegd.
Aangezien Jan Tekstra de muziek die hij ten gehore brengt ook zelf schrijft, was er niet een groot verschil tussen de componist en de uitvoerende. Wel is het zo, dat liedjes soms langer werden gemaakt, of dat bijvoorbeeld de gitarist (en achtergrondzanger) een stukje improviseerde. Dat kon je opmaken uit Tekstra zelf, die dan bijna bewonderend naar zijn medemuzikant keek. Ook kende ik het eerste liedje dat werd gespeeld, genaamd ‘Mijn dorp’, al voordat ik de zaal binnenging (ik had toevallig een dag voordat ik naar de voorstelling ging, een CD opstaan waarop dit liedje ook stond) en ik merkte op dat Tekstra het wat anders zong als op de CD, bijvoorbeeld door andere toonhoogtes te nemen, of door zo te zingen, dat het bijna uit de maat leek, wat natuurlijk niet echt zo was.
Tekstra liet merken dat hij het leuk vond weer zijn eigen liedjes te spelen. Hij ging een kwartier langer door dan gepland en grapte tussendoor met het publiek, waardoor er een contact ontstond. Ook de muzikanten grapten onderling wat met elkaar.
En dit vond Jan Tekstra er zelf van:
15 maart 2007
Een beetje laat, ik geef het toe. Maar bij deze kijk ik graag nog even terug op het heerlijke optreden met mijn bandje in Doetinchem, nu al weer een week geleden. Het was namelijk zo ongelofelijk fijn! Ik was het alweer bijna vergeten, maar wat kan een gewoon simpel liedje spelen met een paar goedgemutste muzikale vrienden toch heerlijk zijn.
Verband tussen tekst en muziek
De muziek versterkte de inhoud van de tekst. Als een liedje bijvoorbeeld een vrij treurige tekst had, dan was de melodie ook niet al te vrolijk en was er een langzaam tempo. Zo werd de emotie die door de tekst werd opgeroepen versterkt. Toen er een bluesliedje ten gehore werd gebracht, en de achtergrondzanger de taak van leadzanger op zich nam, waardoor de leadzanger geen rol meer had, ging deze doen alsof hij dronken was. Aan de ene kant was dit leuk verzonnen, aan de andere kant had deze act niet gehoeven. Wat ik ermee wil zeggen is, dat wanneer een vrolijk liedje werd gespeeld, ook de sfeer vrolijk werd. Dat ging goed samen.
Opvallend vond ik het liedje ‘Jongens van rond de 80’ dat ging over Tekstra’s vader, die om hem heen de mensen ziet doodgaan. De tekst was namelijk vrij treurig en Tekstra zij ook dat hij bij het zingen van dit liedje vaak even moest slikken, maar dat hij er wel een vrolijk melodietje onder had gezet ‘om het niet te zwaar te maken’.
Foto Karlijne Pietersma