Terwijl hij me uiterst vriendelijk en gastvrij rondleidde, mocht ik enkele schilderijen fotograferen die net als het werk dat ik van zijn hand bezit, pater Hulshof uitbeelden. Naast een ingetogen vertelwijze blijkt de kunstenaar
evenzeer te beschikken over een uiterst sobere wijze van schilderen. Ik leerde van hem om vooral niet langer aan een portret te werken als het klaar is en met die wijsheid in mijn oren geknoopt, reisde ik terug richting Nijmegen.
Jongste dochter Dieuwertje had de volgende verrassing al klaar toen ik op de Sint Annastraat aanbelde. Gamba’s met mie en kleine tomaatjes vormden een uitstekende bodem voor wat nog komen ging en de aanzet voor deze rondreis van vandaag vormde. Haar universitair docent Anna Tilroe verzorgde een afscheidscollege in het Valkhofmuseum en mede geïnteresseerd geraakt via de studie van mijn cultuurwetenschapsdochter wilde ik graag een lesje volgen dat inzicht rondom de commerciële belangen van kunst verschafte. Via de NRC was ik al op de hoogte van haar bijzondere visie die eerlijk gezegd ook op mij zeer overtuigend werkt. Het bezoek aan twee kunstenaars van vandaag had niet beter kunnen beklijven dan nu. Wanneer je hun gedrevenheid en vakmanschap van dichtbij ziet en je wordt daarna weer eens op de absurde realiteit van de huidige kunsthandel gewezen, is er weinig nodig om zeer opstandig te worden tegen het systeem. Terwijl de een werkt en creëert gaat de tussenhandel met het grote geld aan de haal en nu spreek ik over bedragen die te vergelijken zijn met die van de malversaties der grootste monetaire boeven. Zo kon iedereen afgelopen week lezen over de som die een werk van Francis Bacon opbracht met kort daarna weer een hoogtepunt op beleggingsniveau middels het werk van Andy Warhol. We spreken hier over bedragen van meer dan honderd miljoen euro!
Tijdens de voordracht van Anna Tilroe werd nog niet helemaal duidelijk welke wapens de museale wereld hiertegen in het geweer moet brengen, maar je wordt wel treurig van een dergelijke ontwikkeling. Als je het budget van het Stedelijk Museum hier tegenover stelt -dit ligt rond de twintig miljoen euro per jaar- wordt duidelijk dat er geen ‘grote’ aankopen meer gedaan kunnen worden. De kunst verkeert momenteel in crisisachtige omstandigheden doordat de superrijken bepalen wat belangrijk is. Als je dan een nogal bovenmaats opblaashondje ziet of een met diamanten bezette schedel en je zet hier een schilderij of beeld tegenover van de twee wier werk ik vandaag heb kunnen bewonderen dan wordt de wereld alleen maar onduidelijker. Nu zijn in het verleden wel vaker vergelijkingen geweest van futuristische kunst tegenover hedendaagse uitingen, maar let wel, ik heb het nu over aankopen die hoger gewaardeerd worden dan het werk van schilders als Isaac Israëls, om maar eens een fameuze landgenoot te noemen. En dat terwijl zowel leek als kenner zien dat hier uitsluitend sprake is van een volkomen scheefgetrokken marktontwikkeling. Tijdens de discussie na de voordracht maakte iemand de vergelijking met salarissen van voetballers waarbij het evenwicht eveneens zoek is. Mijn bijdrage beperkte zich tot het herinneren aan de stunt van ons aller Aat Veldhoen, maar diens handelswijze van toen werd als niet effectief ervaren.
Misschien kunnen we Koons’ opblaashond alom gaan exploiteren op de kermis. Ballonnen-hondjes voor acht euro om de markt te verzieken, wie doet er mee?