Janmac-blog
Maandag 17 oktober mocht ik voor een select gezelschap een en ander vertellen over de zoektocht naar schilderijen van mijn in 1961 overleden vader. Deze zoektocht, of beter deze fietsavonturen vonden plaats in het voorbije jaar waarbij de afgelegde afstanden mede afhankelijk waren van de weersomstandigheden. Zowel de onderzoekswijze als de analyse van de gevonden werkstukken zijn allerminst wetenschappelijk onderbouwd, maar waren daarom niet minder vreugdevol.
Soms was er sprake van een feest van herkenning, want verschillende schilderijen die ik vond, had ik eerder gezien. De meeste waren echter nieuw voor me. Helaas wist ik enkele die ik ook kende niet op te sporen. Bij het rondfietsen vertrouwde ik op mijn intuïtie maar vooral op de aanwijzingen van behulpzame streekgenoten, waarvan velen de gelegenheid te baat namen om het resultaat van mijn elektrisch ondersteunde ‘inspanningen’ te komen bekijken.
Toen de oudheidkundige vereniging me een berichtje stuurde met het verzoek om een avondje met beeld en woord te vullen, stond ik daar eerst sceptisch tegenover. ‘Wie kent nu vijfenvijtig jaar na zijn overlijden nog Bernard Verheijen’ was daarbij mijn afwijzende motivering. Amice Hennie Berendsen, gepassioneerd oudheidkundig onderzoeker uit Ulft, bracht me op andere gedachten. Een goed gevulde zaal was mijn beloning en de sfeer was dermate amicaal dat velen op mijn verzoek ingingen om vooral commentaar te geven op die momenten dat mijn achtergrond-kennis onvoldoende was of zelfs geheel ontbrak.
Het portret van de jong overleden Aloys Schepers vond in de vijftiger jaren de weg naar Canada via de emigratie van zus Lies en zwager en kunstschilder Jan (Lochem) Weykamp, jeugdvriend van mijn vader.
Mijn grootste probleem leek me vooraf het vertellen van een bijna twee uur durend verhaal in het Sillevolds plat. Gelukkig was het net als bij fietsen, zwemmen en echtelijke sponde-genoegens: de daarvoor vereiste vaardigheden verleer je nooit. ‘Manges hengaon en doen,’ was volgens enkelen geen Sillevolds, maar verder had men geen aanmerkingen op mijn woordgebruik. ‘Lao maor zeggen, za’k maor zeggen’ klonk degenen die Toon Berntsen gekend hebben ook heel bekend in de oren. Enkele aanwezigen verdacht ik ervan ons taaltje niet machtig te zijn, van hen kreeg ik echter ook alleen maar positief commentaar.
Helemaal nieuw voor mij was het gebruik van de iPad als presentatie-medium. Ik had mijn praatje voorbereid op de MacPro, maar om die op de fiets mee te sjouwen leek me geen goed idee. Een eenvoudig koppelstukje aan de beamer en het feit dat je het programma Keynote tegenwoordig ook op het Apple-kleinood kunt gebruiken, maakte alles een stuk eenvoudiger. De iPad als middel voor bovenstaand fotografisch aandenken aan het aandachtige publiek lag natuurlijk voor de hand.
Een toeschouwer merkte op dat hij weliswaar een werk van mijn vader in zijn bezit had, maar dit niet in de openbaarheid wenste te brengen ‘omdat er dan mensen kunnen zijn die afbeeldingen van het bewuste schilderij voor eigen gewin zouden kunnen gebruiken’.
Zo zout had ik het nog niet gegeten en om mogelijke problemen te voorkomen heb ik betreffend persoon onherkenbaar gemaakt op de afbeelding bovenaan de pagina. Ongetwijfeld zou iemand de beeltenis van deze querulant willen misbruiken voor commerciele doelen. Ik denk hierbij aan het aan de man brengen van azijn, augurken, of andere culinaire producten met een lage pH waarde. Laat je fantasie gewoon de vrije loop...
De overige aanwezigen dank ik hartelijk voor hun enthousiaste hulp en mooie aanvullende anekdotes.
Causerie
woensdag 19 oktober 2016
In deze kolom staan enkele hoogtepunten van mijn ‘ontdekkings-reizen’ Allereerst het schilderij waarmee het idee voor de zoektocht ontstond: een gezicht op Silvolde dat ik al in 2014 wist vast te leggen. (Klik eventueel op een schilderij voor het verhaal erachter)
Het schilderij hieronder kreeg ik zelfs in al 2013 onder ogen. Ook een Silvolds landschap:
Mooiste stuk van mijn verzameling, tijdens de restauratie. Zicht op Venezia, geschilderd door mijn vader kort na zijn Rome-fietstocht.
Mijn belevenissen rond dit portret heb ik in een blogje over Doesburg uit de doeken gedaan.