
Met deze bezigheid bevind ik me overigens in goed gezelschap, want op de Radboud Universiteit is men op dit moment eveneens druk doende aandacht te schenken aan haar eigen verleden. Afgelopen dinsdag waren we te gast in museum het Valkhof. Daar mocht ik een bijeenkomst bijwonen bij gelegenheid van het 90-jarig bestaan van de Nijmeegse Universiteit. Jongste dochter en masterstudent Dieuwertje had een tijdrovende bijdrage geleverd aan de samenstelling van het routeboekje 'Radboud in de stad'.
Er is bovendien voor dit jublieum een app. gemaakt waarop, net als in het boekje, wordt verwezen naar de route om de gebouwen, waarin beroemde Nijmeegse studenten als Godfried Bomans woonden, (van de buitenkant) te bekijken. Verschillende instituten van waaruit in het verleden academische kennisoverdracht plaatsvond, zijn naast voormalige onderkomens voor drinkgelagen, feesten en verhitte debatten van studenten te bewandelen in een tweetal routes.
De laatste spreker van de middag was Dries van Agt en hij verhaalde over zijn herinneringen aan de Nijmeegse tijd als student en later als hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht. De bijeenkomst was speciaal een dag vervroegd omdat Van Agt de volgende dag onderweg zou zijn naar Palestina. In zijn rede gebruikte de voormalige minister president een aantal archaïsche woorden en uitdrukkingen waarvan vooral bliksekater bij mij is blijven hangen en niet zozeer de inhoud van zijn betoog, maar vooral de komische verteltrant van deze aartsconservatief maakte indruk. Oude taal is soms verrukkelijk om naar te luisteren of zelf te lezen en mocht je net als ik je woordenschat in deze richting af en toe wat willen ophalen of zelfs uitbreiden, kijk dan eens op de webpagina van het Neerlands Genootschap ter bevordering van het Belegen Woord.
Twee dagen later, op Hemelvaartsdag, deed mijn geliefde echtgenote op een rommelmarkt een geweldige aankoop. Daar maakte ze voor anderhalve euro een boek buit waaraan ik vanuit mijn jeugd warme herinneringen koester. Toon Kortooms schreef rond 1950 het eerste deel van deze best verkochte roman in Nederland: Beekman en Beekman. Als je het ooit gelezen hebt of zelfs een van de twee miljoen gedrukte exemplaren bezit, herinner je beslist de wiskundige definitie van een rechte lijn zoals die door Hein Beekman werd verwoord: 'een rechte lijn is een streepje', waarna zijn beter in het 'vak des doods' onderlegde broer Mathieu hem verbeterde met 'een rechte lijn is de kortste verbinding tussen twee punten'. Buurjongen en vuurrood gekuifde onnozelaar Hendrik van Ham kreeg af en toe de volle laag van de onvergetelijke tweeling en de uil in de kapel van het Weertse internaat werd gevangen onder de aanmoedigende kreet van de kostschoolregent met 'Ho... vang hem.'
De wijze waarop Kortooms af en toe ontroert, ervaar ik als de onderdompeling in een feel good movie en toen ik het boek even opzij legde om terug te keren naar het heden, of beter gezegd naar 'de toekomst' bij het aanhoren van het derde internetcollege van Alexander Klöpping, kon het contrast niet groter zijn.

Uitvinders richten zich uitsluitend op het technisch denkbare en wijden daar al hun tijd aan, terwijl het denken over de morele en juridische aspecten volledig wordt overgelaten aan anderen, niet direct betrokkenen.
Er staat ons, mensen van gisteren en vandaag, nog heel wat te wachten.
Beekman en Beekman lezen is zo gek nog niet als al die ontwikkelingen je een beetje boven de pet gaan en Orwell en Kafka te snel dichtbij dreigen te komen. Overigens zag ik afgelopen week een filmpje op willemwever.nl waarin de vraag werd gesteld of struisvogels hun kop echt altijd in het zand steken en mocht je net als ik iets meer willen weten over deze wijdverbreide mare, klik dan maar eens hier.